Tumgik
#aan elkaar schrijven
polldermodel · 1 month
Note
Ik vond de kleine 't' van de basisschool altijd al raar, dus ik wil weten hoe uniek hij écht was... Welke cursieve letter t moest je op de basisschool leren? (afb: https://imgur (punt) com/a/cxASBPm)
Antwoorden: 1 (lusje), 2 (los streepje), 3 (streepje komt van de vorige letter), Ik heb noot aan elkaar moeten schrijven, Anders (leg uit?)
Tumblr media
68 notes · View notes
lalaballa1977 · 9 months
Text
Mario Bros
Although being alone doesn't suit him so well. Or at least that's the thought that crosses your mind when you hear 'Doubles' on his new album 'One Man Band': "A catalyst for doubles and red wine / Oh I miss my two player high," he sings. "Look at that: I'm singing about a high," he chuckles. "A bit of an investigative journalist would have nailed me by now. But I plead innocent, Your Honor. In that lyric, I'm just blowing a kiss to an ex, with whom I played 'Mario Bros'. When you play video games by yourself after a break-up, you realize how much being alone can hit you. That line refers to a double vodka and a sad game by yourself: the unholy trinity of loneliness."
15 notes · View notes
devosopmaandag · 5 months
Text
Esoterische en gegronde dingen
Daar zaten we dan rond A's tafel, haar dochter C, haar zus K uit Frankrijk, haar bevriende oud-collega V, zij en ik. Tussen ons in lagen de boeken van Annie Ernaux en Didier Eribon, in Franse en Nederlandse edities. We zouden elkaar passages voorlezen en erover praten. Ik stelde vast hoe onwaarschijnlijk dit gezelschap toch was. Dat een vrouw met haar dochter en zus zoiets doet! Praten over boeken is toch iets dat alleen met vrienden mogelijk is?
In 'Het vonnis van de samenleving' van Didier Eribon, het vervolg op zijn 'Terug naar Reims', analyseert hij nog diepgaander de mechanismen die de oude maatschappelijke klassen in stand houden. Annie Ernaux ging hem voor, Edouard Louis is de jongste telg van schrijvende klasse-migranten in Frankrijk. Gedrieën vormen zij de elite van een heel specifiek literair-sociologisch-filosofisch gebied. Hoe ironisch!
Die ochtend vielen de inhoud van de boeken en het leven zelf simpelweg samen. Om de dingen even helder te maken, en zonder dat uit te spelen, zei ik dat ik in ons gezelschap de zuivere klasse-migrant was. Ha! Daar is dat oude gevoelige kinderverlangen weer me te willen onderscheiden. Al vroeg wilde ik anders worden. Dat anders-worden was iets groots en opwindends – en geen sinecure.
Als de jonge Didier op de middelbare school voor het eerst een glimp opvangt van de namen die horen bij een verre wereld van denken en literatuur vormen ze voor hem een soort 'esoterische symbolen', die hem riepen. Hij wilde niets liever dan die ruimte binnendringen. Eenmaal op weg daarheen spreekt hij zelfs van 'ambivalente roesgevoelens'. Hoe pijnlijk die ambivalentie zou worden, werd pas later duidelijk. Bijna niemand van ons gezelschap had alle boeken gelezen, en er was misschien niet één boek dat we allemaal gelezen hadden, maar de werelden van Ernaux en Eribon bezitten zo'n inhoudelijke samenhang dat het vooral hun ideeën waren die de echte gespreksstof vormden.
En toen gebeurde er iets moois. C was de dag ervoor uit Italië thuisgekomen. Daar zet zij na het conservatorium in Den Haag haar cello-studie voort. Ambivalentie mag dan een van de grote thema's zijn in de boeken van Ernaux en Eribon, toch dringt zich het idee op dat de wereld van cultuur en wetenschap hoe dan ook superieur is. C zei dat het moeilijk was om werkelijk contact te krijgen met 'gegronde dingen' en dat ze bijvoorbeeld de vader van een vriend zo bewondert om zijn praktische vaardigheden. Ze zei ook dat iemand die een bed kan maken, dat dat toch iets essentieels is in het leven, veel meer dan bijvoorbeeld praten over boeken. V zei lachend dat het ook best absurd is wat we aan die tafel deden. Ik hield C voor dat zijzelf een ambacht beheerst: het bespelen van haar instrument. Dat zou haar moeten kunnen gronden. Ik ben de dochter van een bankwerker die een conceptueel kunstenaar werd, maar die eindelijk haar ambacht vond: het schrijven.
3 notes · View notes
b1llk · 5 months
Text
Tumblr media Tumblr media
Dingen die je moet weten over "Tokio hotel"
Post-datum↓
Maandag 11 oktober 2010
Alles wat je moet weten over de band!!
Tokio Hotel is een Duitse band gevormd door 4 leden: Bill Kaulitz (1 september 1989) zanger Tom Kaulitz (1 september 1989) gitarist Gustav Schäfer (8 september 1988) drummer Georg Listing (31 maart 1987) bearish
HET BEGIN
Tokio Hotel werd gevormd door zanger Bill Kaulitz en gitarist Tom Kaulitz, een eeneiige tweeling; drummer Gustav Schäfer en bassist Georg Listing. De vier ontmoetten elkaar in 2001 na een concert in een club in Maagdenburg, waar Listing en Schäfer, die elkaar kenden van de muziekschool, vanuit het publiek toekeken terwijl Bill en Tom op het podium optraden. Onder de naam Devilish begon de band al snel met het spelen van talentenjachten en kleine concerten. Nadat Bill Kaulitz in 2003 op 13-jarige leeftijd deelnam aan de televisiewedstrijd Star Search, een soort Idols (die hij verloor in de finale en 2e werd - video's zijn gemakkelijk te vinden op YouTube), werden ze ontdekt door muziekproducent Peter Hoffmann. Devilish veranderde zijn naam in Tokio Hotel. Kort nadat Sony BMG hen een contract had aangeboden, huurde Hoffmann David Jost en Pat Benzner in als productieteam en auteurs, waarbij hij de jongeren instrueerde bij het schrijven van hun liedjes en het bespelen van de instrumenten. De meeste nummers op het eerste album zijn geschreven door Hoffmann, Jost en Benzer (inclusief de singles "Scream" en "Rescue me"). Alleen de single “Unendlichkeit” is volledig door Tokio Hotel geschreven. Kort na de release van hun eerste album annuleerde Sony echter het contract. In 2005 bood Universal Music Group Tokio Hotel een contract aan en ontwikkelde een marketingplan, waardoor de band een van de grootste van Duitsland werd.
Schrei
Hun eerste single, “Durch den Monsun” (“Through the Monsoon”), klom snel in de hitlijsten en verscheen op 20 augustus 2005 op nummer 15 in de officiële Duitse singles-hitlijst en steeg zes dagen later op 26 augustus naar nummer 1. Het bereikte ook dit punt in de Oostenrijkse hitlijsten. Hun tweede single, “Schrei” (“Scream”), steeg naar de 5e positie. Deze twee nummers zijn geschreven door zanger Bill Kaulitz samen met de groep producers Peter Hoffmann, David Jost, Pat Benzer en Dave Roth. Zijn debuutalbum, "Schrei", werd uitgebracht op 19 september 2005, dat de Internationale Federatie van de Duitse Fonografische Industrie later platina verklaarde voor een verkoop van meer dan 200.000 exemplaren. In 2006 werden een derde en vierde single uitgebracht, "Rette mich" ("Rescue Me") en "Der letzte Tag" ("The Final Day"). Beiden bereikten ook de top van de hitlijsten. “Der letzte Tag” bevatte een B-kant genaamd “Wir schließen uns ein”, die ook vergezeld ging van een video.
Zimmer 483
De eerste single van hun tweede album Zimmer 483 (Room 483), genaamd “Übers Ende der Welt” (later opnieuw uitgebracht in het Engels onder de naam “Ready, Set, Go!”), werd uitgebracht op 26 januari 2007 en werd snel uitgebracht. bereikte nummer 1. Zimmer 483 werd op 23 februari 2007 in Duitsland uitgebracht, samen met een luxe editie met daarin een dvd. De tweede single van het album, "Spring nicht" ("Don't Jump") werd uitgebracht op 7 april van dat jaar. De tour bij de release van het album, Zimmer 483 Tour, zou in maart 2007 beginnen, maar werd twee weken uitgesteld omdat de bandleden een ander podiumontwerp wilden. De derde single, “An deiner Seite (Ich bin da)” (“By Your Side”), werd uitgebracht op 16 november. De single bevat een B-kantje “1000 Meere” (“1000 Oceans”), waarvoor ook een videoclip is geproduceerd.
Schreeuw
Hoewel hun Duitstalige albums nooit officieel zijn uitgebracht buiten de Duitstalige landen, werd Tokio Hotel's eerste Engelstalige album, "Scream", op 4 juni 2007 in Europa uitgebracht. In Duitsland werd het album uitgebracht onder de titel “Room 483”" st="on">483” als vervolg op hun Duitse album “Zimmer 483”" st="on">483”. Scream bevat de Engelse versies van een selectie nummers van hun albums “Schrei” en “Zimmer 483”" st="on">483”. “Monsoon”, de Engelse versie van “Durch den Monsun”, was de eerste single van het album. “Klaar, klaar, klaar!” (de bewerking van "Übers ende der Welt") werd uitgebracht als de tweede single van het album, "By Your Side" (de vertaling van "An deiner Seite") als de derde, en "Don't Jump" (de vertaling van " Spring nicht") als vierde. De videoclip voor "Scream", de Engelse versie van hun hit "Schrei" uit 2005, werd gefilmd en in maart 2008 uitgebracht in de iTunes Store. Tokio Hotel won een MTV Europe Music Award voor Beste InterAct op 1 november 2007 en werden ook genomineerd voor Beste Band. Ze speelden tijdens dat evenement "Monsoon". Tokio Hotel bracht eind 2007 hun eerste single uit in de Verenigde Staten, simpelweg getiteld "Tokio Hotel". De single bevatte de nummers "Scream "en "Ready, Set, Go!", En was exclusief verkrijgbaar bij Hot Topic-winkels. Hun tweede Amerikaanse single, "Scream America", werd uitgebracht op 11 december 2007. De single bevatte het nummer "Scream" en een remix van "Klaar voor de start, af!" door Jade Puget. In februari 2008, de" st="on">2008, toerde de band door Noord-Amerika op vijf data, beginnend in Canada en eindigend in New York. Daarna" st="on">in New York. Na optredens en liveoptredens op MuchMusic, tijdens een tournee door Canada, werd "Ready, Set, Go!" kwam terecht in MuchOnDemand Daily 10, een toplijst met video's gekozen door kijkers. Het bleef daar meer dan een week en keerde vervolgens terug naar die hitlijst op 8 april. "Scream" werd op 25 maart uitgebracht in Canada en op 6 maart in de Verenigde Staten. Kunnen.
Rondleiding 1000 hotels
De “1000 Hotels” Tour (Europees) begon op 3 maart 2008 in Brussel en ging verder door landen als Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië en Scandinavië, en zal naar verwachting eindigen op 9 april. Tijdens een concert in Marseille, Frankrijk op 14 maart, kreeg Bill echter stemproblemen. Hij liet het publiek meer zingen dan normaal en in plaats van de 21 nummers die op de setlist stonden, werden er slechts 16 gespeeld. Bill verontschuldigde zich in het Duits voor zijn slechte zang en legde uit dat hij ziek was. Twee dagen later annuleerde de band hun concert in Lissabon, Portugal, slechts enkele minuten voordat het zou beginnen. De rest van de “1000 Hotels” Tour en de geplande Noord-Amerikaanse tournee werden geannuleerd na een aankondiging in Bild door de manager van de band dat Bill Kaulitz een operatie zou moeten ondergaan om een ​​cyste op zijn stembanden te verwijderen. Bill Kaulitz spande zijn stem nadat hij 43 shows tijdens de 1000 Hotels-tour zonder rust had gespeeld. Op 30 maart 2008 onderging hij een larynxoperatie om de cyste te verwijderen die zich op zijn stembanden had gevormd. De cyste was het gevolg van een keelontsteking die slecht behandeld werd. Na de operatie kon Bill 12 dagen niet praten en moest hij 4 weken vocale revalidatie ondergaan. Als Bill de rest van de tour was blijven zingen, zou zijn stem permanent beschadigd zijn. Tokio Hotel hervatte de concerten in mei 2008 en begon daarna aan het tweede deel van hun 1000 Hotels European Tour, voegde verschillende festivals toe en sloot de tour af op 13 juli 2008 in Werchter, België.
Tour in de Verenigde Staten en 3e album
De band begon in augustus 2008 aan een tweede Amerikaanse tournee. De videoclip voor "Ready Set Go!" werd genomineerd voor Beste Popvideo tijdens de MTV Video Music Awards 2008, waar ze ook de prijs voor New Band wonnen. In oktober 2008 keerden ze terug naar Noord-Amerika voor een maand vol concerten en signeersessies. Tussen hun Amerikaanse tournees door keerde de band terug naar de studio in Hamburg om hun derde album met originele nummers op te nemen, dat volgens hun manager David Jost in maart of april 2009 zal verschijnen. Het album zal worden opgenomen in het Duits en Engels, met beide versies die wereldwijd gelijktijdig worden uitgebracht. In december 2008 werd een dvd uitgebracht met de titel Tokio Hotel TV - Caught on Camera. Bevat beelden van Tokio Hotel TV en backstage-verhalen van het voorgaande jaar op schijf 1 getiteld “Geschiedenis - Het allerbeste van Tokio Hotel TV!”. De luxe versie bevat een tweede schijf met de titel "Future - The road to the new Album!" die beelden bevat van de band tijdens promotietours en het voorbereiden van hun derde album.
5 notes · View notes
fransopdefiets · 10 months
Text
4-7 Whitby
Ik kreeg gisterenochtend een tip in Danby. Naast de ruïne van de abdij zit een kleine brouwerij. Daar ging ik naar toe voor een pint IPA en een pizza. Ik zat even te denken of ik die bestelling nog een keer zou herhalen, want die
pizza was wel erg dun, maar ik vond dat het zo genoeg moest zijn. En anders zijn er altijd nog brood, yoghurt, appels en mueslirepen.
Die gedachte bleef ongeveer tien minuten hangen, terwijl ik nog een beetje rondkeek in een oud straatje en toen stapte ik een restaurantje binnen om een zeebaars naar binnen te werken met vooraf een pint pale ale. En toe een panna cotta met vers fruit, curd van citroen en rozemarijn en lemongelly geserveerd in een citroenschil. Heel bevredigend allemaal.
Het was overigens echte touristenchique waar ik at, met speciale aanbiedingen als zes oesters met drie soorten prosecco. Maar dat kon mij niet zoveel schelen.
Ik eet natuurlijk altijd alleen op vakantie en dan zit ik ook nog vaak te lezen op mijn ereader of te schrijven op mijn telefoon. En nooit iemand die zegt, leg die telefoon toch eens weg. Ik moet opeens denken aan die geweldige film van Peter Greenaway: The cook, the thief, his wife and her lover. De lover zit ook altijd alleen lezend in het restaurant waar zij ook komt met haar man, the thief. Voor wie het verhaal niet kent, the wife raakt geïntrigeerd door die lezende man en begint een affaire met hem, the thief komt er achter en laat the lover vermoorden, waarna the wife wraak neemt door the cook het lijk te laten bereiden en door the thief te laten opeten.
Dus nu weet je hoe ik de andere eters in een restaurant inschat, zie ik de hoofdpersonen van deze film om mij heen? Dan is het oppassen geblazen! Deze avond was de kust veilig trouwens, veel mannen op leeftijd met wilde t-shirts en sikjes in het gezelschap van vrouwen die minstens twee keer zoveel wegen als ik, geen kans op stille romances dus.
Het was overigens uitstekend eten, maar vanuit economisch oogpunt beschouwd, had ik beter een tweede pizza in de brouwerij kunnen nemen.
Na een beetje uitslapen, lees ik, totdat de abdij opengaat, wat in de nieuwe essaybundel over het Nederlands slavernijverleden, zo ben ik in augustus voorbereid op mijn aandeel in het onderzoek naar het Zaanse slavernijverleden. Of nou ja, abdij, wat er van overgebleven is dan, want het is een grote ruïne. Tot mijn schrik krijg ik bejaardenkorting en van de weeromstuit koop ik de bezoekersgids erbij. Daar heb ik vijf minuten later al weer spijt van, want dat is extra gewicht op de fiets. Het is maar goed dat ik vroeg in de abdij ben, want Whitby blijkt een groot toeristenfeest. Je struikelt er over de echte bejaarden met Nordic walking sticks, bejaarden met poedeltjes in kinderwagentjes, bejaarden die zo weggelopen lijken uit Britse televisieseries van vijftig jaar geleden. Heel bijzonder allemaal. Naast de abdij is ook een krankzinnige kerk met binnen een groot doolhof van kerkbanken, die in groepjes om en om door elkaar staan. Langs alle wanden staan geschilderde borden met stichtelijke teksten, duidelijk 19e eeuws.
Rondom de kerk liggen natuurlijk honderden graven met verweerde onleesbare stenen. Op de deur van de kerk een briefje met het vriendelijk verzoek niet te vragen waar Dracula begraven ligt. Dat doet een beetje denken aan Bakerstreet 224, waar nog altijd post voor Sherlock Holmes naar toe gestuurd wordt.
Onderaan de trappen (199 steps) naar de abdij lunch ik met soup en sandwiches met harde sixties en seventies muziek. Dat past dan ook wel weer in het hele concept.
Daarna naar het lokale museum, opgericht in de 19e eeuw met grote vitrines vol met curiosa. Vlinders en opgezette meeuwen, harpoenen, een gepatenteerd kraaiennest, experimentele kompasnaalden, een strijdbroek van kokosvezels van een eiland in de Stille Zuidzee en van datzelfde eiland prachtige strijdknotsen. Die zijn gesneden uit één stuk hardhout met een gebogen uiteinde waarop een puntige bol met een lange punt in het verlengde van de buiging. De kunst is, zo vertelt het bijschrift, om een mooi rond gat in iemands schedel te slaan zonder die schedel met de bol te verbrijzelen. Dat was alleen weggelegd voor de geoefende strijder, dat begrijp je wel. Ik denk dat je er na een man of tien wel handigheid in hebt gekregen. Verder hebben ze behalve veel 19e eeuwse foto’s van de strandbadende elite en vissersvrouwen op blote voeten ook een paar foto’s van in puin geschoten huizen.
Dat verhaal zit zo. In de eerste wereldoorlog voeren een paar Duitse kruisers naar de Engelse kust en beschoten een aantal dorpen, waaronder Whitby. De bewoonster van het betreffende huis kwam om en haar zoon schonk een door granaatscherven beschadigd schilderij aan het museum, op voorwaarde dat het nooit gerestaureerd zou worden, maar voor altijd zou getuigen van deze aanval.
Nou, genoeg verhalen verteld voor vandaag.
Gefietst: nee, alles gewandeld
2 notes · View notes
rudjedet · 2 years
Text
Ik lees KliFi van Adriaan van Dis want een mens is wel eens nieuwsgierig naar wat een Literair Schrijver doet met genrefictie-knuffelende narratieven en dergelijke, en mijn hemel waar ben ik aan begonnen. Het eerste hoofdstuk was nog interessant, pakkend zelfs, maar inmiddels halverwege hoofdstuk 4 voel ik me hartstikke bekocht. Niet dat het slécht geschreven is, maar wat een typische literaire hoogdravendheid die pretendeert met beide voeten op de grond te staan. En dan die Nederlands-literaire neiging om op de meest vettige manier over seks te schrijven, van het soort tussen-neus-en-lippen-door frases die onder je huid blijven plakken als vliegen. Na een orkaan die de kust verwoestte en lijken die in de achtertuin opgestapeld beginnen te worden: “Vrouwen met geschaafde rondingen zochten steun bij elkaar.” Adriaan, vriend, waarom?
16 notes · View notes
inktvlekken · 1 year
Text
iets over schrijven en eenzaamheid
je hoeft niet te schrijven voor een ander, zegt mijn partner. als je niet wil publiceren, of delen, doe het niet dan. je bent het niemand verplicht, ook jezelf niet.
het is geen antwoord op wat ik vroeg, waarom het weg is, waarom ik het niet meer doe: iets delen, iets afmaken dat bedoeld is om gelezen te worden. waarom ik zolang niet gedacht heb: ik wil een dichter zijn, en dat dat betekende: ik wil een publiek.
hoe scherp ik me herinner die keer dat iemand onder een gedicht over mijn moeder, dat ik schreef toen ik zestien was, zei: ik weet niet of ik dit mooi vind, het is zo echt. 
je praat meer, zegt mijn partner, over waar je eerder over schreef. wat, de zee? vraag ik. hen lacht. ja, de zee, maar vooral over rouw. ik heb het gevoel dat je meer open bent. is een publiek willen niet gewoon gehoord willen worden?
ik denk erover na, en ik denk dat ik de eenzaamheid nooit zo begrepen heb: als een behoefte om gehoord te worden. dat de eenzaamheid zat in dit besef dat ik altijd iets moet uitleggen, over vroeger, dat de zwarte gaten er telkens zijn, maar je ze niet kan opbrengen in gesprekken. dat de eenzaamheid zat in het aantal vrienden op een hand kunnen tellen waarbij ik niet altijd het gevoel had dat ik iemand had bedacht om te kunnen zijn, dat ze luisterden naar het personage dat ik speelde. dat de eenzaamheid alle verzonnen verhalen waren, hoeveel ik loog tegen iedereen. dat de eenzaamheid was: zo hard willen verdwijnen, en niet begrijpen hoe anderen zo hun best doen om er te zijn, iemand te zijn.
de rouwgroep die ik bezocht, was het kantelpunt. of misschien is het beter worden, de depressie die lichter werd, misschien is het beide en ging het samen. misschien is het ouder zijn, geen zestien of twintig, en weten dat veel mensen van mijn leeftijd inmiddels iemand verloren hebben en de zwarte gaten in hun leven herkennen en ingewikkelde relaties met hun familie hebben, en begrijpen dat niet alle ouders goed zijn, of fout, dat ze ook mensen zijn die maar wat proberen. 
in de rouwgroep zei ik hardop: ik mis haar. mijn herinneringen aan haar zijn verstrengeld met de zee. dit was niet mooi, of poëtisch, of een metafoor, het was daar, de rouw, mijn herinneringen, slordig, lelijk, direct. en niemand veegde het weg of probeerde het over te schilderden.
ik lees het gedicht over mijn moeder terug en ik denk dat het geen goed gedicht is. alleen ik herken wel de blik, want dat was ik, toen ik zestien was. dit was mijn onbegrip, de woede die ik niet kon uitdrukken, maar waar ik wel over wilde schreeuwen. ik denk dat: dit is zo echt, ik weet niet of ik het mooi vind,  precies de reacties was die ik wilde.
de keuken in het gedicht was niet mooi, mijn moeder was niet mooi, mijn woede niet, en niets ervan begreep ik. ik was zestien en ik probeerde iemand te worden en ik probeerde te rouwen, en ik probeerde mijn moeder bij elkaar te houden, en ik wilde verdwijnen, en ik wist dat ik niets hiervan hardop kon zeggen. ik ben dit allemaal kwijt, nu. ik zal de keuken nooit meer zien, mijn woede is kleiner, en zachter, en nauwelijks meer woede, ik rouw, en ik ben geen zestien meer, ik kan er voor mijn moeder zijn zonder dat dit betekent dat er niemand voor mij is, dat ik er niet voor mezelf ben.
je hoeft niet te schrijven voor een ander, zegt mijn partner, je mag sommige dingen voor jezelf bewaren. alleen is het niet van mij, denk ik. de rouw, en de zee, en de liefde, en huizen waar je niet naar terug kan keren, het is al van iedereen, en misschien is het daarom cliché, saai, en misschien is het verdrietig, en misschien is het mooi, of juist niet, het is in elk geval niet eenzaam. ik denk dat het me niet zoveel meer uitmaakt, of iemand me dit vertelt.
wat ik wil bewaren is het moment dat ik ernaar keek, de houding die het aanneemt als het op mijn vensterbank plaatsneemt en zich gedraagt alsof het thuis is.
of misschien wil ik niets bewaren, wil ik er alleen naar kijken, het bestuderen, als een filosoof, totdat ik het begrijp, totdat ik hardop kan vertellen of het blonk.
3 notes · View notes
Text
Appreciatie over het boek!
Mijn beste lezers,
Zoals jullie misschien hebben gelezen in mijn vorige post heb ik mijn boek eindelijk uitgelezen. Ik had het einde niet verwacht, maar dat is niet zo erg. Als je wilt weten wat er gebeurd is raad ik je aan om mijn voorlaatste post te lezen. In deze post zal ik jullie mijn persoonlijke appreciatie geven over het boek.
Ik vond het boek persoonlijk zeer leuk. Ten eerste vind ik de titel echt goed gekozen. Het geeft je niet te veel weer maar ook niet te weinig informatie, je weet zo niet waarover het gaat, maar wel dat het niet een vrolijk boek zal zijn. Ik denk ook dat ik daarom het boek gekozen heb omdat ik zo een titel nog nooit heb gezien. Ten tweede vond ik de hoofdpersonage Jas zeer interessant. Door heel het boek heen kon je haar mindset/gedachtens lezen en zien hoe ze verder evolueerde tot een tiener, niet perse altijd in de goede richting. Ik vond ook dat haar familie goed gekozen was in verband met hun karaktereigenschappen. Ze pasten allemaal in het verhaal. Je had een strenge vader met een vriendelijke/kalme moeder die niet echt liefde voor elkaar hadden. Je kon duidelijk zien dat ze niet voor de liefde getrouwd waren, maar omdat dat de norm was in die tijd. Haar zus Hanna en broer Obbe pasten ook goed in het verhaal. Ik vond het prettig dat ik meer over hen kon leren tijdens het lezen van het boek. Wat ik wel jammer vond is dat ik niet veel heb kunnen lezen over Matthies. Alleen dat hij gemist werd, maar ik las nooit echt concrete situaties waar je zijn karakter kon lezen en zien wie hij als persoon was. Daarnaast mochten er volgens mij meer bijfiguren toegevoegd worden. Gewoon om het verhaal interessanter te maken, want hier kwamen we vaak de veearts en Belle tegen maar die waren ook de enige. Het mochten volgens mij er veel meer zijn. Ik vond de plaats die gekozen werd voor het boek ook zeer passend omdat als ik aan Nederland denk, denk ik vooral aan het landbouw met dieren en de zee ernaast. Deze familie leefde ook van de koeien en hadden een zeer grote tuin vol met groenten en platen. Ik kon het verhaal helemaal verbeelden en dat hielp enorm bij het lezen en begrijpen van het boek. Daarnaast vond ik het leuk dat het boek niet zo een lange hoofdstukken had. Dat zorgde ervoor dat ik verder wou lezen en dat ik ook sneller kon stoppen met het lezen omdat je dan niet een hoofdstuk van 20 pagina's in een keer moest lezen. Aan de andere kant vond ik het niet zo fijn dat er zo veel details geschreven werden. De schrijver had soms volgens mij te veel informatie gegeven die ik niet perse nodig had. Wat ik ook niet leuk vond is dat er bijna de hele tijd flashbacks waren. Ik vergat soms waar we waren in het verhaal. Dat bracht me ook in verwarring toen ik de samenvattingen van de hoofdstukken zat op te schrijven. Daarom kon ik vaak die extra informaties niet opschrijven omdat die niet in verband kwamen met wat ik ervoor schreef. En ik vind in het algemeen flashbacks niet zo fijn om te lezen. Uiteindelijk krijgt het boek van mij een 8,5/10. Het krijgt geen 10 van mij omdat ik ook vond dat er niet genoeg actie werd genomen. Het werd soms heel repetitief, ik kon in bepaalde situaties al zeggen wat er zal gebeuren zonder dat ik het gelezen heb. Dat vertraagde ook mijn leesproces.
Samenvattend was het volgens mij een goed boek, maar er kon veel meer actie gebeuren.
Zo dit was mijn persoonlijke appreciatie, hopelijk kunnen jullie hiermee akkoord gaan en jullie mogen natuurlijk ook altijd jullie eigen mening achterlaten in de reacties.
Tot de volgende keer!
Veselina☺︎
4 notes · View notes
overwijs · 11 months
Text
ℕ𝕒𝕊𝕜𝕖𝕣𝕚𝕒𝕒𝕟𝕤
Tumblr media
Vandaag heb ik geleerd. Zo leerde ik vandaag hoe ik de voorgaande zin moet ontleden en wat een bijwoordelijke bepaling (ook alweer - al kan ik me niet herinneren het ooit geleerd te hebben) is. Ook leerde ik dat je als baby, zelfs in de buik, het verschil kan horen tussen je moedertaal en een vreemde taal, door klanken, klemtonen, melodie en andere kenmerken. Later leren we dit weer af én aan.
Het is duidelijk dat ik een lesje, of twee zelfs, Nederlands gevolgd heb vandaag (wist je dat “vandaag” een bijwoordelijke bepaling is in deze zin?). Het mooie van mijn werk is namelijk dat ik ook heel veel bij andere docenten in de les mag en kan zijn. Zo krijg ik de kans om anders naar mijn onderwijs maar ook dat van anderen te kijken, meer mee te krijgen van de wereld van de leerling én als het mij gegeven is samen met mijn camera de docent uiteindelijk weer een stapje verder te brengen in de eigen ontwikkeling. Ik hoop dus dat ik niet alleen wat geleerd heb vandaag maar met mij ook de docent en de leerlingen iets leerden.
Terwijl ik rondloop door het lokaal, kijkend naar posters die uit het niets ontstaan over moedertaal, besluipt mij de gedachte dat we in onderwijs ook onze moedertaal hebben. Mijn vaktaal is duidelijk anders dan die van deze docent Nederlands, zonder dat we daar veel bij stilstaan óf last van hebben.
Ondertussen zitten in het lokaal 17 leerlingen en het eerste wat ze op de poster schrijven is hun moedertaal in grote letters. Als ik snel tel kom ik al gauw op negen verschillenden geschreven, van Antilliaans tot Turks, van Braziliaans tot Vlaams, van Arabisch tot Pools, van Portugees tot Surinaams. En Nederlands natuurlijk niet te vergeten. De “taalbarrière” in vaktaal staat mij en mijn collega niet in de weg in onze communicatie en leerproces, net zoals het verschil in moedertaal deze leerlingen hun onderlinge verhoudingen niet tegengaat. We hebben namelijk voldoende gemeenschappelijke taal, met mijn collega’s de onderwijstaal, tussen de leerlingen Nederlands, en zo verstaan we elkaar dus allemaal.
Terwijl ik hierover mijmer gaan de leerlingen verder met hun poster. Op het digitale bord prijkt de volgende vraag: “wat vind je het mooiste woord in jouw moedertaal?”. Jeetje, wat was ik blij dat ik in het lokaal van 28 graden Celsius niet zat te zwoegen op dit dilemma. Wie heeft er ooit bij deze vraag stilgestaan? Ikke niet in ieder geval!
Wat vind ik het mooiste woord? In het Nederlands, in onderwijstaal of in het “NaSkeriaans” (zoals ik het in mijn lokaal altijd noem)? Ik kom er niet uit, terwijl de leerlingen hun antwoorden vlug neerpennen. “69”, “mi lobi you”, “lul”, “gamen”, “geld”, “Mac” en “aardbei” verschijnen op de grote vellen. Ik glimlach en denk “puber”, dat is toch het mooiste woord wat er bestaat? Met een knipoog natuurlijk, zoals bijna alles wat ik zeg en schrijf.
Wat vind jij het mooiste woord, in je moedertaal, in het Nederlands, in jouw vakgebied of in het onderwijs? Ik hoor ze graag en wie weet leer ik zo weer wat bij, net zoals bij de bijwoordelijke bepaling.
1 note · View note
stefselfslagh · 1 year
Text
Guillaume Van der Stighelen: “Wow, dacht ik, ik ben met iets échts bezig.”
Dit stuk verscheen op 11 februari in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
Na carrières als cafébaas en reclamemaker debuteert Guillaume Van der Stighelen (67) als romanschrijver. En dat had hij misschien eerder moeten doen. "Tijdens het schrijven van Rozeke dacht ik: ah bon, hiér ben ik dus voor gemaakt.'"
Ik heb met Guillaume Van der Stighelen afgesproken in Madonna: het restaurant van het gerenoveerde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Er druppelt lichte jazz uit de boxen, de gasten voeren gedempte conversaties over de penseelvoering van Rogier van der Weyden, de gevreesde fusie met het van hedendaagsheid stuiterende M HKA is nog ver weg.
De Madonna-serveersters geven ons een middag lang het gevoel dat we het stralende middelpunt van hun leven zijn. 'Lieve heren, het was een voorrecht jullie te mogen bedienen', schrijft één van hen op de rekening die ze ons na de lunch overhandigt. Van der Stighelen, op zijn 67ste nog altijd un beau garçon, laat de voorzet niet liggen: 'Je hebt je telefoonnummer er niet bijgeschreven.'
Toch zijn we niet naar hier gekomen om ons te laven aan gekarameliseerde complimenten, maar om te praten over Rozeke, de debuutroman van Van der Stighelen die zich - u dacht toch niet dat interviewlocaties met de natte vinger gekozen werden? - afspeelt in de periode waarin het KMSKA gebouwd werd: de belle époque, door geschiedkundigen gestationeerd tussen het einde van de negentiende eeuw en het begin van de Eerste Wereldoorlog. 
In Rozeke - de titel moet om spoiler alert-redenen onverklaard blijven - vertelt Van der Stighelen het grotendeels fictieve levensverhaal van de overgrootvader naar wie hij vernoemd is: Guillaume 'Gwillemke' Van der Stighelen. Gwillemke groeit op als een verlegen jongen in een armoedig gezin, maar maakt in het Antwerpen van de belle époque fortuin als sanitair ondernemer. Hij wordt de spil van een koterrijke familie, 'met zonen en dochters, kleinkinderen en achterkleinkinderen, neven en nichten en aangetrouwd grut'. Toch moet hij op het einde van zijn leven vaststellen dat hij 'een mislukt mens' is: een terminaal verbitterde grijsaard, ingehaald door onderdrukt, maar daarom niet minder reëel verdriet.
Guillaume van der Stighelen - de schrijver, niet de overgrootvader - trekt in Rozeke alle registers van de klassieke vertelkunst open: hij laat de lach en de traan heerlijke pas de deuxs dansen, dompelt je onder in het zichzelf haast voorbijhollende tijdperk van de belle époque en geeft het verhaal van zijn overgrootvader een Tarantinoesque vaart: de levens- en plotwendingen volgen elkaar in een strak tempo op. Waar voor je geld, zou een beetje boekhandelaar zeggen, en daar zou een beetje boekhandelaar groot gelijk in hebben. Van der Stighelen, in een vorig leven een begenadigd reclamemaker, is niet alleen als schrijver, maar ook als geïnterviewde een rasverteller. Wanneer ik hem vraag hoe een mens op het idee komt om het levensverhaal van zijn overgrootvader bij elkaar te fantaseren, steekt hij de eerste van vele onderhoudende monologen af.
"Op een familiefeestje zei een tante ooit tegen me: 'Vroeger kon je in de opera op jouw naam pissen.' Ik dacht: 'Ze zal wat zattekes zijn.' (lacht) Maar wat later kwam ik er achter dat mijn overgrootvader een succesvol sanitair ondernemer is geweest en dat er in de opera van Antwerpen urinoirs hebben gehangen waarin 'Ets. Guillaume Van der Stighelen' gegraveerd stond. Dat is me altijd bijgebleven. Ik vroeg me af: wie is die man?"
"Een andere tante vertelde me dat mijn overgrootvader na de Eerste Wereldoorlog alle sanitaire werken in Antwerpen had mogen uitvoeren omdat hij nooit met de Duitsers had samengewerkt. Waarop weer een ander familielid smalend zei: 'Hij heeft het nochtans hard genoeg geprobeerd.' (lacht) Mijn overgrootvader was dus geen toonbeeld van rechtlijnigheid: ook dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid." 
"Wat me nog meer intrigeerde, was dat er in de familie Van der Stighelen duidelijk onenigheid was geweest. Mijn tante nonneke, de oudste kleindochter van mijn overgroot-vader, hield albums bij waarin ze elk geboortekaartje, elke huwelijksaankondiging en elke doodsbrief bewaarde. Heel mijn familie was in die albums vertegenwoordigd, behalve mijn overgrootvader: als je de plakboeken van mijn tante nonneke moest geloven, had hij nooit bestaan. Met andere woorden: de Van der Stighelens hadden ambras gehad en ik wilde weten waarom." 
"En het laatste wat mij fascineerde, was dat mijn overgrootvader de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog had meegemaakt. In Antwerpen was dat een waanzinnige periode: Albert I woonde op de Meir, Churchill en de Amerikanen logeerden in de grote Antwerpse hotels, de Duitsers lieten de stad min of meer gerust, er werd elke dag gefeest, de sfeer was euforisch. Tot Churchill besloot om met zijn kanonnen op de achterhoede van het Duitse leger te schieten. Toen zijn de Duitsers teruggekeerd om Antwerpen, dat ze eigenlijk niet echt nodig hadden, alsnog te vernielen. Ik wilde achterhalen wat mijn overgrootvader in die legendarische weken tussen augustus en oktober 1914 precies aan het doen was. En vooral: welk plan hij had om de oorlog te overleven."
"Op zoek naar informatie moest ik vaststellen dat er over de belle époque, hoewel het een periode van grote welvaart en maatschappelijke vooruitgang was, verrassend weinig literatuur bestaat. Gelukkig kwam ik via Herman Van Goethem (rector van de Universiteit Antwerpen, red.) in contact met iemand die een scriptie had geschreven over de ontwikkeling van het sanitair in de negentiende eeuw. En een tijdje later raakte ik in gesprek met één van de auteurs van de biografie van Marie-Elisabeth Belpaire: moeder van de Vlaamse beweging én tijdgenote van mijn overgrootvader. Zo kwam ik beetje bij beetje meer te weten over de periode waarin mijn overgrootvader geleefd had."
Wilde je aanvankelijk een non-fictieboek over je overgrootvader schrijven? Of was fictie van meet af aan het opzet en je overgrootvader slechts de aanleiding? "In het begin werkte ik uitsluitend met de informatie die ik al researchend bij elkaar sprokkelde. Maar op een gegeven moment ging mijn verbeelding met mijn hoofdrolspelers aan de haal: ik begon volledige episodes uit hun levens te verzinnen. In die schemerzone tussen fictie en non-fictie, heeft mijn vriend Thomas Siffer (journalist en ondernemer, red.) me tot een keuze gedwongen: 'Ga je een journalistiek werk maken of een roman schrijven?' Toen heb ik besloten: het kan me niet meer schelen wat er echt gebeurd is, ik ga voor fictie. Ik had al zoveel verzonnen, ik had geen zin meer om mijn verhaal aan te passen aan de historische realiteit. Guillaume Van der Stighelen stopte met mijn overgrootvader te zijn en werd een romanpersonage."
Je overgrootvader heeft een bewogen leven geleid: hij rukte zich los uit zijn armoedige milieu en werd een welvarend ondernemer; hij trouwde, maar bleef een leven lang verlangen naar iemand anders; hij stond aan het hoofd van een grote familie, maar raakte verwikkeld in tal van conflicten met zijn eigen nageslacht; hij werd vaker met de dood geconfronteerd dan hem lief was; en op de koop toe moest hij toezien hij zijn levenswerk verkruimelde en zijn bloedverwanten zich van hem afkeerden. Kon hij zijn eigen leven niet aan? Woog hij te licht voor wat het lot voor hem in petto had? "Mijn overgrootvader was als zakenman een fenomeen: hij was een visionair denker én een harde werker. Alleen maakte hij de fout om te denken dat hij in élk aspect van het leven uitblonk. Daardoor beging hij de grootste stommiteiten die je in een mensenleven kan begaan. Je eigen kinderen verloochenen, bijvoorbeeld. In mijn boek laat ik hem op een gegeven moment zeggen: 'Ik heb in mijn leven niks verkeerds gedaan. Niemand bestolen, niemand belogen, nooit mijn vrouw bedrogen. En toch zullen ze na mijn dood over mij zeggen: 'Wat een klootzak ligt hier.' Dát is de tragedie van mijn overgrootvader: hij bedoelde het goed, maar deed zelden het goede. Zijn manier om de wereld te redden, bleek de wereld juist om zeep te helpen."
Heb jij in je glorierijke reclamejaren ooit tegen hubris moeten vechten? Tegen gedachten als: 'Ik heb zoveel succes, ik zal wel een allround genie zijn, zeker?' "Nee. Maar ik heb dan ook een vrouw die nooit heeft nagelaten om mij te wijzen op de dingen waar ik niét goed in was." (lacht)
Ondanks zijn consequente falen beschrijf je je overgrootvader met veel mededogen. Is dat het perspectief van de 67-jarige, die weet dat mensen nooit alleen maar goed of slecht zijn? "Ik heb dat altijd al geweten. Als kind heb ik veel slaag gekregen van mijn vader. Op de duur voelde ik niks meer als hij mij weer eens aan het aframmelen was. Ik dacht alleen maar: wat heeft die man in godsnaam meegemaakt dat hij er plezier in schept om zijn eigen zoon te slaan? En hoe gaat hij zijn gedrag aan zichzelf uitleggen als hij straks, verteerd door schuldgevoelens, in bed ligt te huilen? Net zoals mijn overgrootvader heeft mijn vader nooit de intentie gehad om een verdorven mens te zijn. Maar ze gingen beiden gebukt onder een groot emotioneel onvermogen. Ze wilden wel goed zijn voor hun naasten, maar het lukte hen gewoon niet. Ze slaagden er niet in om tot de essentie van mensen door te dringen, om te begrijpen waar hun geliefden écht behoefte aan hadden. Met alle frustraties en conflicten vandien."
Rozeke speelt zich af in de belle époque, een tijdperk waarin de innovaties elkaar in een snel tempo opvolgden: latrines werden vervangen door wc's, koetsen door auto's, verkeersregelende agenten door electrische verkeerslichten. Ook toen al stuitten vernieuwingen op weerstand. Zo noemt de notaris in je boek de verkeerslichten een pesterij van de socialisten omdat 'die dingen geen onderscheid maken tussen simpele stootkarren en chique Minerva's'. 'Ze gaan er hier een klein Rusland van maken', klaagt hij. En ook: 'Met het parlement kunt ge daar niks tegen doen, ge hebt daar soldaten voor nodig.' Het doet denken aan de tirades die je vandaag weleens op sociale media leest. (knikt) "Rozeke vertoont wel meer raakvlakken met het heden. In het begin van het boek woedt er in Antwerpen een cholera-epidemie. Tijdens mijn historisch onderzoek viel me op dat de wetenschappers van de belle époque over de aanpak van de choleracrisis krek dezelfde debatten voerden als de wetenschappers van vandaag over de bestrijding van de covid-pandemie. (enthousiast) Wist je trouwens dat de vrouwen van de burgerij met hun liefdadigheidsprojecten de fundamenten hebben gelegd van wat we vandaag maatschap-pelijk werk noemen? Marie-Elisabeth Belpaire bijvoorbeeld, heeft haar leven gewijd aan de ontwikkeling van een degelijke meisjesopleiding in Vlaanderen: ze stichtte de Sint-Lutgardisschool in Antwerpen. Iemand zou over de dames van de burgerij en hun maatschappijvormende werk eens een boek moeten schrijven. Waarom ik het zelf niet doe? Omdat het bij mij niet lang zou duren voor het verhaal weer één grote leugen wordt. Ik zou niet schrijven hoe Marie-Elisabeth Belpaire écht was, maar hoe ze volgens mij had moéten zijn." (lacht)  
De manier waarop de liefde in Rozeke beleden wordt, staat ver af van de romcomkijk op relaties: je personages beschouwen hun huwelijken niet als romantische, maar als pragmatische aangelegenheden. "'Le coeur, c'est le diable', zegt Guillaume. Hij is ervan overtuigd dat de duivel een spel speelt met zijn hart. En dus verzet hij zich tegen zijn emoties. Ook al moet hij zich ter ontlading regelmatig gaan aftrekken in de toiletten van zijn stamcafé. (lacht) In wezen is Guillaume een gevoelige, poëtische man. De belle époque is niet voor niks het tijdperk van de romantiek, van de zwaarmoedigheid, van dichters zoals Baudelaire. Maar op een gege-ven moment komt er tegen die zogenaamde décadence verzet. Een beetje zoals er nu mensen zijn die beweren dat de soixante-huitards met hun naïeve dromen de wereld naar de kloten hebben geholpen. Ook Guillaume wordt gaandeweg een pleitbezorger van zakelijkheid en nuchterheid: hij komt in opstand tegen zijn eigen emoties en definieert intelligentie als 'je niet laten leiden door je gevoelens'. Verdriet gaat in zijn ogen alleen weg als je er niet over praat."
Een opvatting die in deze contreien nog altijd gangbaar is. Toen jij in 2011 je zoon Mattias verloor en je heel open was over je verdriet, werd dat ofwel vreemd ofwel moedig genoemd. Maar nooit vanzelfsprekend. "Ik schreef in die periode een stuk voor De Morgen. Over hoe heilzaam het is om je verdriet te kunnen delen, om samen met andere mensen te kunnen rouwen. Na de publicatie van dat stuk kreeg ik een brief van een vrouw: 'Mijn man en ik hebben vijfentwintig jaar geleden ons dochtertje van zes verloren. Wij hebben er toen voor gekozen om te zwijgen en sterk te zijn. Maar na het lezen van je stuk, hebben we twee dagen aan een stuk geweend.' (stil) Vijfentwintig jaar zwijgen over de dood van je kind: hoe doé je dat? Elke boterham die je smeert, elke stoel die je verplaatst: álles doet je aan je betreurde dochter denken. En toch zwijg je. En blijf je zwijgen. (na een stilte) Mensen doen zich wat aan in de overtuiging dat ze het juiste doen."
De lichten in zijn ogen gaan even uit. We besluiten het interviewen tijdelijk voor bekeken te houden en gaan bij wijze van entr'acte de majestueuze inkomhal van het KMSKA taxeren. Zou overgrootvader Van der Stighelen hier ooit rondgelopen hebben? En zou hij dan een tempel van de schoonheid gezien hebben of een afzetgebied voor pispotten? 
Terug aan tafel biedt Guillaume Van der Stighelen aan om de rollen om te draaien: hij de interviewer, ik het lijdend voorwerp. Ik bedank voor de eer, maar ben blij dat hij opnieuw de pensioengerechtigde jongen is van in het begin van ons gesprek. 
'Het summum van een zondagskind', noemde hij zich lange tijd. Een kwalificatie die na het verlies van zijn zoon aan herziening toe was. Maar dat neemt niet weg dat er nog altijd veel is om - al dan niet in samenzang met Ingeborg - dankbaar voor te zijn. De veelzijdigheid waarmee hij standaard werd uitgerust, bijvoorbeeld. De voorbije dertig jaar heeft Guillaume Van der Stighelen een café gerund, cartoons getekend, reclame gemaakt, tv-programma's bedacht, non-fictie-boeken geschreven én voor een volle Lotto Arena gezongen (met De Grungblavers, de groep die in het Antwerps evergreens annexeert). En toch heeft hij naar eigen zeggen pas nu, in de indian summer van zijn leven, zijn ware lotsbestemming gevonden.
"Ik heb mij professioneel altijd kostelijk geamuseerd. Maar in mijn achterhoofd was er toch altijd de vraag: wat ga ik doen als ik groot ben? Tot ik Rozeke begon te schrijven. Voor het eerst in mijn leven dacht ik: 'Wow. Nu ben ik met iets échts bezig.'"
Waarom voelde het schrijven van Rozeke echter aan dan alles wat je in het verleden gedaan hebt? (denkt na) "Ik ben altijd een beetje een toeschouwer van mijn eigen leven geweest. 'Kijk, Guillaume maakt reclame.' 'Kijk, Guillaume staat in de Lottto Arena.' Dat gevoel was tijdens het schrijven van Rozeke helemaal weg: ik was mezelf niet langer aan het observeren, ik viel volledig samen met wat ik aan het doen was. Ik dacht: ah bon, hiér ben ik dus voor gemaakt."
Waarom heeft het tot je 67ste geduurd voor je dat inzag? Je weet toch al langer dan vandaag dat je kan schrijven? "Natuurlijk. Maar het was nog nooit in me opgekomen om fictie te schrijven. Ik dacht dat ik een 'opschrijver' was: iemand die in cursiefjes, opiniestukken en essays een beetje met de realiteit dolt. Maar tijdens het schrijven van Rozeke kwam ik er achter dat ik het eigenlijk veel leuker vind om dingen te verzinnen dan de werkelijkheid te becommentariëren. Zodra ik besloten had dat mijn boek een roman mocht zijn, is het schrijven echt een feest geworden. Rozeke heeft zichzelf geschreven. Dat was een openbaring."
De eerste versie van Rozeke telde meer dan negenhonderd pagina's, het boek dat straks  in de winkel ligt nog een kleine vijfhonderd. Hoe schrap je bijna de helft van een verhaal zonder iets essentieels te verliezen? "Ik heb een heel eenvoudige regel gehanteerd: zolang ik tijdens het herlezen van mijn manuscript vergat dat ik het verhaal zelf geschreven had, hoefde ik niks te schrappen, want dat betekende dat ik door mijn eigen boek betoverd werd. Maar zodra ik dacht 'nu is de schrijver aan het demonstreren dat hij zijn geschiedenis kent' of 'nu wil hij de inhoud van zijn taalkundige trukendoos etaleren', wist ik: deze bladzijde moet eruit. Ook het schrappen ging dus vanzelf."
Heeft je verleden als copywriter je op één of andere manier geholpen bij het schrijven van Rozeke? "Als copywriter word je zo goed in het verwoorden van dingen dat alle remmingen om te schrijven wegvallen. Ik heb tijdens het schrijven van mijn roman geen moment een gevecht moeten leveren met de taal. De woorden boden zichzelf aan, ik hoefde maar te noteren wat mijn personages me influisterden."
Wat suggereert dat reclamemakers nog een andere vaardigheid hebben die handig is bij het verzinnen van verhalen: empathie. Het talent om zich in uiteenlopende mensen en situaties te verplaatsen. "Er is tijdens mijn leven nochtans vaak aan mijn empathisch vermogen getwijfeld. De eerste keer dat ik samen met mijn vrouw in therapie ging, vroeg de therapeute mij: 'Guillaume, als je kinderen morgen thuiskomen met een tekening die jij lelijk vindt, wat zeg je dan?' Ik antwoordde: 'Ik kan me niet voorstellen dat mijn kinderen ooit met een lelijke tekening zullen thuiskomen. Maar als ze dat tóch zouden doen, zal ik ze zeggen dat hun tekening lelijk is. Ik ga ze toch niet aanmoedigen om nog méér van die mottige tekeningen te maken?' Waarop de therapeute besloot: 'Bon. Jouw taak is: meer empathie kweken.' (lacht) Maar eigenlijk wás ik al Mister Empathie. Beroepshalve dan toch: ik kon me moeiteloos inleven in om het even welke doelgroep van om het even welk bedrijf. Alleen: wanneer ik naar huis ging, liet ik mijn empathie op kantoor achter. Ik dacht: 'Ik ga mijn eigen vrouw toch niet benaderen als een consument? Als een doelgroep waarin ik me moet verplaatsen? Ze zal het me wel zeggen als er iets scheelt. Ze is er mondig genoeg voor.' Onze therapiesessies hebben uiteindelijk weinig veranderd: ik ben in ons huwelijk nog altijd de hufter. Maar alleen al het feit dat het probleem duidelijk bij mij ligt, houdt ons samen." (lacht)
Vanaf volgende week woon je in de boekenwinkel in de afdeling literatuur. Tussen - ik doe een gok - Walter van den Broeck en Adriaan van Dis. Ben je beducht voor literaire critici die vinden dat echte schrijvers geen reclameverleden horen te hebben? "Ik laat de recensenten met plezier uitmaken of Rozeke een literaire voltreffer is of niet. Zelf  ken ik te weinig van literatuur om te kunnen zeggen of een boek al dan niet literair is. Voor mij zijn boeken ofwel goed, ofwel slecht. Draaischijf van Tom Lanoye en Prachtige Ogen van Herman Brusselmans vind ik goeie boeken. Zijn het ook literaire werken? Geen idee. Ik weet oprecht niet wat dat is, 'een literair werk'. Als mensen met verstand van literatuur mijn roman straks 'literair' zullen noemen, zal ik dat in dank aanvaarden. Maar ik zal niet kunnen beoordelen of ze gelijk hebben."
Dus als je redacteur Wil Hansen, door David Van Reybrouck omschreven als ‘de meest invloedrijke redacteur van de afgelopen decennia', je roman bewierookt met de woorden 'Zo is schrijven bedoeld', vraag jij je af waar hij het in godsnaam over heeft? "De reactie van Wil stelt me uiteraard gerust. Ik moet de complimenten die hij me gegeven heeft dringend nog eens uitprinten en boven mijn bed hangen. Maar ik ben geen literatuurkenner, nee. Nooit geweest. (na een korte stilte) Denk nu niet dat ik met mijn gebrek aan literaire bagage koketteer. Of dat ik me boven literaire experten verheven voel. Het is precies omgekeerd: ik kijk geweldig op naar de literaire wereld. Een paar maanden geleden kreeg ik telefoon van Tom Lanoye. Of ik geen zin had om mee te werken aan een stuk van Shakespeare voor Tutti Fratelli, het theatergezelschap van wijlen Reinhilde Decleir. Wat me tijdens dat telefoongesprek verraste, en ook enorm deed blozen, was dat Tom Lanoye mij, Gwillemke, toesprak alsof ik een collega van hem was. Dat deed mij echt iets. En je kent mij goed genoeg om te weten dat ik niet de neiging heb om mezelf te onderschatten." (grijnst)
Heb je ooit de bewondering van iemand geambieerd, maar niét gekregen? "Ik zou willen dat mijn collega's bij De Grungblavers eens tegen mij zouden zeggen: 'Amai Guillaume, gij hebt een goeie stem.' We treden al tien jaar samen op, ik vind dat ik dat compliment nu wel verdiend heb. Zelf ben ik altijd bijzonder kwistig met lovende woorden. 'Fantastisch gezongen, mannen', zeg ik na elke show. Voor de mannen in kwestie het pad effenend om ook eens een pluim in míj́n gat te steken. Maar denk je dat ze dat ook doén? Vergeet het. Ze zeggen 'dank u' en zwijgen. Een kras op mijn ziel is het." (lacht)
Nu er een romancier in je is opgestaan: ga je nog meer fictie schrijven? “Ongetwijfeld. Er dwaalt al een geweldig personage in mijn hoofd rond. Maar ze moet me haar verhaal nog vertellen.”
De tagliatelle en de vragen zijn op, we slenteren napratend naar de vestiaire. Net voor we opnieuw de winterkou in duiken, komt de serveerster die ons lieve heren noemde, aangerend met mijn notitieboekje. 'De Madonna van Jean Fouquet is vandaag niet de mooiste vrouw in het KMSKA', vergeet ik haar bij wijze van bedankje te zeggen.
3 notes · View notes
celinedeboeklezer · 1 year
Text
Mijn top 3 boeken :)
1. Verity
Tumblr media
Er zijn misschien 2 of 3 boeken die ik op de 1ste plaats zou kunnen plaatsen, maar Verity overtreft ze allemaal. Verity werd geschreven door Colleen Hoover, die momenteel een heel beroemde schrijver is voor de jeugd. Verity is recent, het boek werd gepubliceerd in 2018.
Nu, over wat gaat Verity eigenlijk? Waarom heb ik die gekozen als top 1?
Lowen Ashleigh is een niet-zo-succesvolle schrijver die dringend geld nodig heeft. Ze wordt een job aangeboden door Jeremy Crawford, echtgenoot van Verity Crawford, een bekende schrijfster die in de coma zit na een belangrijk auto-ongeluk. Lowen krijgt de kans om de laatste drie romans van Verity's bestsellerreeks af te schrijven. Lowen verhuist naar de Crawfords huis om door verity haar notities door te gaan. Ze ontdekt een autobiografisch manuscript van Verity dat de duistere geheimen van Verity's leven bevat. Ook wordt ze verliefd op Verity's echtgenoot, Jeremy, wat het er niet makkelijker op maakt.
Ik heb dit boek gekozen als top 1 omdat het de beste thriller is dat ik gelezen heb. Er is een belangrijke plot twist op het einde die mij het kippenvel heeft gegeven. Dit boek was spannend van de eerste tot de laatste pagina, ik heb het in één keer gelezen omdat ik persee wou weten hoe het eindigde.
Ik raad dit boek vast en zeker aan!
2. The sun is also a star
Tumblr media
The sun is also a star is een roman geschreven door Nicola Yoon. Het boek werd gepubliceerd in 2016.
The sun is also a star vertelt het verhaal van Natasha en Daniel - twee tieners die elkaar ontmoeten op de straat in New York en door een speling van het lot op slag verliefd worden. Ze worden verliefd op elkaar in één dag, ze zijn zielsverwanten. Maar Natasha staat op het punt met haar familie gedeporteerd te worden naar Jamaica. Natasha denkt eerst dat het beter is om afstand te nemen van Daniel omdat ze zijn hoop niet wilt wekken. Maar haar liefde voor hem neemt het over en ze gaat alles doen om bij hem in New York te blijven.
Ik vond dit een heel mooi boek omdat hun liefde voor elkaar heel goed werd beschreven en heel diep en filosofisch werd voorgesteld. Ik heb van dit boek ook veel bijgeleerd. Nicola Yoon, de schrijver is zelf van New York en geeft veel culturele uitleg over de zwarte buren of de Aziatische buren van de stad.
Dit is een boek die ik vaak terug open.
3. Cel 7
Tumblr media
Dit boek zit als 3de plaats op het podium. Cel 7 is het 1ste boek uit een trilogie. Deze thriller werd geschreven door Kerry Drewery. Het boek werd gepubliceerd in 2017.
Cel 7 gaat over een multimiljonair, Jackson Paige die vermoord wordt. Martha, een 16-jarige meisje, wordt bij het lijk gevonden, met een geweer in haar hand. Het lijkt dus duidelijk dat ze schuldig is. Vooral in een maatschappij waar rechtszaken en advocaten niet bestaan, maar het publiek via de populaire realityshow "Dood is gerechtigheid" beslist of iemand schuldig is of niet. Toch is er iets die raar is, Martha heeft zelf bekend dat ze schuldig is. Maar zegt ze de waarheid? Of is de realiteit veel complexer dan de media het publiek wil doen geloven? Er is een countdown van 7 dagen totdat het publiek definitief beslist of ze levend blijft of dood gaat.
Dit boek heb ik 2 jaar geleden gelezen voor de Nederlandse klas. Ik vond het verhaal heel interessant. Ik was heel betrokken bij het boek en vond het oneerlijk dat er geen systeem is waar de schuldigen zichzelf konden beschermen. Dit boek toont heel goed de macht die social media en fake news kan hebben. Mensen worden heel snel overtuigd van wat ze verteld worden, ook al is het social media. Verder vond ik het verhaal heel leuk met veel spanning.
Hier geef ik dus mijn top 3 van de beste boeken die ik heb gelezen. Hopelijk heb ik je geïnspireerd om een ​​van deze boeken te lezen.
Tot ziens!
2 notes · View notes
polldermodel · 3 months
Note
Schrijf je "aan elkaar"?
->ja ik heb dit geleerd op school en doe dit nog steeds
->ik heb dit geleerd op school en koppel sommige letters maar niet allemaal
->heb dit wel geleerd, maar doe het totaal niet
->ik heb niet zo leren schrijven en doe het niet
->heb dit niet geleerd maar doe het een beetje uit mezelf
->ik heb dit niet geleerd maar doe het toch
Dus het bovenste
Tumblr media
28 notes · View notes
voorbijganger · 1 year
Text
Ik weet niet wat het betekent dat ik uit een gebrek (welk soort weet ik niet) weer mijn terug weg heb gevonden naar hier maar hoi en welkom terug aan mij.  Er is veel veranderd en dat is ook goed!
- Mijn haren zijn veel langer geworden dan de laatste keer - Ik ben bezig met iets tastbaars waar sommige soms om vroegen (maar het is nog zo klein dat je het zelfs onder de microscoop nog niet kan zien) - Ik begon ooit hier, waarna en waardoor ik creative Writing ben gaan studeren, nu is dat ook bijna afgelopen en weet ik niet zo goed wat nu. - Ondanks de studie kost schrijven mij nu al meer dan een jaar zoveel moeite, hopelijk vind ik het plezier en de inspiratie terug.  - Mijn beste vriendin heeft hetzelfde sterrenbeeld. Haar naam betekent zon en die van mij aarde. We zijn twee vissen die om elkaar cirkelen in dit heelal.  - Ik denk dat ik verliefd aan het worden ben (misschien is dat het. misschien verlangt de hopeloze romanticus in mij naar afdwalen op teksten en foto’s van mensen die het gevoel weten te vangen) en ik heb dit nog naar niemand uitgesproken. - Ik vind mezelf steeds liever - de grenzen om mij heen deinen als eb en vloed maar het lukt me steeds beter om muurtjes te bouwen die de golven tegenhouden. - Ik huil veel minder! (echt waar!) - er is een thuis en een stad eromheen die als thuis voelt - Ik leer steeds meer over mezelf en dat het oké is om veel te voelen en hoe mooi eigenlijk en waarom - Heel erg mijn plekje op de wereld aan het vinden als een warm bed waar ik precies in het kuiltje van de dekens pas. - Ik werk tussen boeken - Er zijn zoveel mooie mensen om mij heen <3 - soms wordt mijn werk (of ik als kunstenaar) gezien en dat is heel erg fijn want soms komen daar hele mooie dingen uit! - en ik blijf (dag)dromen.
6 notes · View notes
devosopmaandag · 6 months
Text
Alphonse Léon Duchesne en Emile Kemper – De gestalte van een vader
“Geen poëzie der herinneringen, geen jubelende toon. [–] Natuurlijk geen enkel plezier in het schrijven van deze onderneming”, lees ik in 'De plek'* van Annie Ernaux. Het is een soort portret van haar vader, Alphonse Léon Duchesne. 'Roman' staat nadrukkelijk op het titelblad. Zoals vaak in haar werk onderbreekt ze de lijn van het verhaal met een commentaar, een kleine beschouwing, een lichte waarschuwing. In het portret van de vader legt ze uit waarom ze bepaalde uitdrukkingen van bij haar thuis cursiveert: ”Niet om de lezer op een dubbelzinnigheid opmerkzaam te maken en hem het plezier te verschaffen van een gevoel van saamhorigheid dat ik in iedere vorm, weemoed, deernis of hoon, afwijs.” Ernaux is hard in haar zachtheid.
Vanuit de meest nederige komaf schopte Alphonse het tot een 'petit bourgeois'. Daar horen kleine dromen bij en grote teleurstellingen. Natuurlijk moest ik denken aan mijn vader die heel goed was in dromen. Voor hem gold dat alles wat het leven hem in het gezicht smeet hij met een zekere gelatenheid onderging. Ik heb er lang over gedaan die gelatenheid als iets bewonderenswaardigs te zien.
Emile werd geboren als zoon van een ongetrouwde vrouw, die op haar beurt het eerste kind was van een Javaanse vrouw en een Belgische huursoldaat. Emiles vader is naamloos in de geschiedenis verdwenen, net als zijn Javaanse grootmoeder. Van haar is slechts haar onechte naam 'Anna' bekend. Zijn moeder trouwt met een autoritaire man die dat vaderloze kind echt. Hij was niet langer een 'Van Kelegom', maar werd een 'Kemper.' Ik draag die naam nu als een terzijde van Ernaux.
Haar vader bracht het van allerarmste landarbeider tot eigenaar van een volkscafé met een kleine kruidenierswinkel, dat hij samen met zijn vrouw dreef. Mijn vader maakte vanaf zijn volwassenheid eerder de omgekeerde beweging. Was hij in Indië ploegleider van de locomotiefwerkplaats in Bandoeng, een baan waar hij eer in legde en vond, eenmaal in Nederland werd hij verplicht omgeschoold tot bankwerker en sleepte hij zich door bijna twintig jaren arbeid heen. De laatste paar jaar voor zijn pensionering wist hij amper vol te houden. Voor Alphonse was de moestuin deels zijn vluchtplek maar ook zijn kleinburgerlijke trots en verbeten plicht. Emile kreeg pas na zijn pensionering een moestuin. Die werd voor hem de plek om weg te dromen naar een voorbij en verlangd leven.
Ernaux schrijft “Maar ik heb naar de gestalte van mijn vader gezocht in de manier waarop mensen in wachtkamers gaan zitten en zich vervelen, hun kinderen roepen en op perrons afscheid van elkaar nemen. In anonieme wezens die ik toevallig tegenkwam en die zonder het te weten, de tekenen van kracht of vernedering vertoonden, heb ik de vergeten werkelijkheid van zijn situatie teruggevonden.” Dat te lezen voelt als een opdracht om zonder teveel poëzie van de herinnering de gestalte van mijn vader tevoorschijn te halen. Deze vos is een heel kleine poging zijn kracht en vernedering te schetsen.
* 'De plek' | Annie Ernaux | vertaling Edu Borger | Uitgeverij de Arbeiderspers | 2023 | oorspronkelijke uitgave 1983
3 notes · View notes
Text
Tis anders.
Geen sex
Of heel af en toe iets wat op sex lijkt.
3e plek .kinderen. haarzelf. Nog aan t verwerken. Soms niet welkom. Nadenkend. Vriendschap.
Yes....ik mis je..
1e plek
5 mei.
Je vraagt bevrijdingsdag
Nou
Ja en nee.
Besef dat ik je mis.
Dat is een feit. L IE F D E
Precies wat ik geschreven heb.
Ongeveer het zelfde als altijd.
Zfs nu tijdens het schrijven verlang ik naar jouw.
Harde pik .
Naakt slapend.
Ik kom naar je toe
Bij het zien . En onderweg, zond ik al plaatjes,,
hadden we niet nodig, vonden we t wel leuk, fantasieën werden werkelijkheid,
Verhaaltjes maken.
zijn we elkaar al aan t op geilen, nog hitsiger maken, ons ..leuk fojn, intieme gedachten samen delen., vinden wij allebei heel fijn.alles kan.
Oprechte Liefde
Zelfs al ben ik niet bij
Kun jij en ja zelfs ik heb ik gemerkt tot orgasme ,klaarkomen.
Byzo der.
Heel fijn.
Dat was en is nog steeds een teken.
Van L I E F D E
Jegens elkander.
Bevrijdingsdag.
Ik besef dat .
Deze kom elke dag binnen.
Sta er mee op en weer naar bed.
J.l.zondag was ik aan t rijden .
Had ik zin in. Tot aan.. Malden..
Gekomen.
Vele herinneringen komen naar boven.
Pure positieve Gedachtes.
Dat zal blijven.
Zal ik.. ohja, je bent aan t fietsen..
Elke dag heb ik zin in jouw.zelfs als ik moe ben..
Uurtje naar je toe rijden. Bij t zien van jou,perfecte borsten schoonheid,.verlangen. aanrakingen .de geur, Intensiteit, olie, speeltjes, jouw sappen, ongegeneerd de vrije loop,uit je bls,Does. koffie.pilletje, ons, , het mag, niks is t dol. Puur echt,alles kan,mag, omdat het kan.
Yes.
Z I J.
De LIEFDE aan jouw
gaat niet over !,!!!!!
Vertrouwen
Ja die heb ik.geschaad.
Daar heb ik echt heel veel
S P I J T
van.
S......Samen en Sensin Sex
P......Paar. Liefde Paren Puur
I.......Intimiteit
J......Jouw..Ik en Jij
T.......Together
Verdriet.. pijn... samen waren we 1 team.
Allerlei leuke dingen dingen.
Weekend, Amsterdam. Onderweg. Het klopte.
En
We waren en zijn nog steeds gek op elkaar.
Dat is een F E I T
..
NEE.
Tijdens t vele werk.
De zorgen.
Goede werk functies
Chef-kok op de Keukenhof..
Denkend dat ik op een andere locatie ook kan .
Meegaan met deze organisatie.
Leer nog steeds bij.
Fouten maken.
Bij t 3 of 4 dagen de planning om t werken.
Is inmiddels 6 dagen geworden.
Vluchten van thuis.
Vluchten om.niet aan jouw t denken.
Vluchten aan t gemis aan de Pure Intimiteit. .
Vluchten .
2 sales projecten aan gegaan.
Trouwerij in Spanje..marissa.
Geen vakantie geboekt.
Nee.
Dan mis ik je niet
En
Nu
Als ik werkelijk in mijn hartje kijkt
Enn
In de spiegel. Durft te kijken.
Yes
Ik mus je.
Zeker als ik de sporadische dagen vrij ben.
Zoals afgelopen zondag.
Automatisch gaat mijn gedachte naar jouw.
Stom hé.
Ja je zit nog steeds in mijn hart.
Zij en noah. ijs.
Vriendschap
Liefde
Z i j
Het is er nog steeds.
Durf tegen mij te zeggen dat ik een lul ben.
Enkel.
Een vrouw die echt van mij hield.
Met woorden alles kan zeggen.
Vragen
Onderbouwen.
Die t ook nodig had om op haar nummer te zetten , dat ze t veel werkt.
En dat ze ook een onverwacht orgasme noodzakelijk nodig hebt, waar dan ook.
Of in jouw belevenis samen op andere plek een zwembad vullende avontuur noodzakelijk mag zijn
spontaan of gepland
We hebben dit allebei nodig.
Verslaafd aan elkaar.
Verbonden met ook een verbinding.
1 man
1 vrouw.
Zo hoort dit.
Keuken hof is bijna klaar.afgelopen.
Heiijderbos en Kempervennen komen weer in aantocht.
Ook van hu kant.
De gelegenheid om
Wellicht een ijsje, Stukje lopen, hutje, elkaar zien om het op starten .... hopelijk.. ,
Is in de buurt.
Moederdag. Bemoederde over mij en andersom.
Bos bloemen staat op d planning
Ook aln jouw te zenden.
Of durven in de ogen aan jouw te geven.
.
Yes
Yeahhhhh
Erik
Mist
Onze Band
Onze vriendschap
Onze ......allessie.
.
........
2 notes · View notes
dickvanas · 2 years
Text
De Grootmeester der Nederlandse letteren overleden
Tumblr media
Jeroen Brouwers is woensdag in een ziekenhuis in Maastricht op 82-jarige leeftijd overleden. De ‘grootmeester der Nederlandse letteren’ schreef romans, verhalen, essays, brieven en polemieken en ontving talloze prijzen voor zijn werk. Zijn overlijden komt precies een jaar nadat Brouwers de Libris Literatuurprijs ontving voor zijn laatste roman, Cliënt E. Busken, over de woest kolkende denkstroom van een bejaarde man. Een dag uit het leven in een psychiatrische instelling, door Jeroen Brouwers verteld vanuit cliënt E. Busken, volgens het DWDD-boekenpanel ‘een grumpy old man on speed’. In ‘Cliënt E. Busken’ van Jeroen Brouwers zit de hoofdpersoon vastgegord in zijn rolstoel op de gesloten afdeling van een instelling waar hij tegen zijn zin verblijft en denkt, piekert, maalt en bedoelt. Hij zegt niets en misschien is er iets mis met zijn gehoor, maar van wat om hem heen gebeurt blijft hij een scherp waarnemer en inwendig voorziet hij zijn medebewoners en het personeel van snerpend commentaar. Ongericht wentelen zijn gedachten door elkaar en bewegen zich van verontwaardiging en machteloos verzet tegen zijn situatie via troebele herinneringen naar megalomanie. ‘Cliënt E. Busken’ beschrijft een dag van zijn verblijf in de psychiatrische instelling. De jury kwam superlatieven tekort om de roman te omschrijven.
Nog een paar tips van Jeroen die je gelezen zou moeten hebben:
 Bezonken rood (1981). In deze roman schrijft Brouwers over zijn kleuterjaren, die hij samen met zijn moeder doorbracht in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. Het boek betekende zijn doorbraak bij het grote publiek en leidde tot een felle polemiek met de schrijver Rudy Kousbroek, die net als Brouwers in een Japans kamp had gezeten. Kousbroek betoogde dat Bezonken rood een opeenstapeling zou zijn van leugens en overdrijvingen. Brouwers verdedigde zich door te zeggen dat hij een roman had geschreven, op basis van zijn herinneringen en de verhalen van familieleden, en geen wetenschappelijk historisch werk. Bezonken rood vormt het tweede deel van de autobiografische Indiëtrilogie, met als eerste deel Het verzonkene (1979, Multatuliprijs 1980) en De zondvloed (1988, F. Bordewijkprijs 1989) als laatste deel.
 De laatste deur (1983). Zelfmoord, en dan met name zelfmoord in de literatuur, was een levenslange obsessie voor Brouwers. De laatste deur is zijn grote overzichtswerk over zelfmoord in de Nederlandstalige letteren, vanaf de achttiende eeuw, met uitvoerige portretten van door eigen hand gestorven schrijvers als Menno ter Braak, Jan Arends en Jotie T’Hooft. In 2017 verscheen een ingrijpend herziene en geactualiseerde versie van dit boek van maar liefst 1100 pagina’s, waarin schrijvers als Anil Ramdas en Joost Zwagerman zijn opgenomen. Het boek is opgedragen aan Anne W., een vriendin van Brouwers die in 1973 zichzelf van het leven beroofde. In het verhaal dat hij over haar schreef, De Exelse testamenten (1978), kondigde hij zijn boek over zelfmoordenaars al aan: „Ik wil het wel op mij nemen, de geschiedenissen van al dezen te schrijven, mijn toon is die van solidariteit”. Die belofte heeft hij op een grandioze manier waargemaakt.
 Het hout (2014). Brouwers was tien jaar oud toen hij door zijn ouders naar een katholieke kostschool werd gestuurd. Ze wisten niet wat ze met het jongetje aan moesten, dat heimwee had naar zijn geboorteland Indië en niet kon aarden in de Nederlandse samenleving. In Het hout schetst Brouwers een indringend beeld van de vernederingen, het seksueel misbruik en het sadisme dat in de jaren vijftig plaatsvond in een jongenspensionaat geleid door broeders. Het boek was uiterst actueel in een tijd waarin er vele gevallen van seksueel misbruik binnen de katholieke kerk aan het licht kwamen. Brouwers boek kan gelezen worden als een aanklacht tegen de misdaden en de hypocrisie van die kerk, maar het is ook roman waarin de schrijver de kracht van zijn verbeelding demonstreert.
 Vreselijk mopperen
Brouwers werd eerder bekroond met onder meer de Multatuliprijs, de F. Bordewijkprijs, de Constantijn Huygensprijs, De Gouden Uil, de AKO Literatuurprijs, de Prijs der Nederlandse Letteren en de ECI Literatuurprijs.
Paul Witteman omschreef hem woensdag bij Khalid als een man die vreselijk kon mopperen en die zich totaal ondergewaardeerd voelde bij het Nederlandse publiek. Dit ondanks de vele prijzen die hij had gewonnen. Hij was bekender bij de Vlamingen.
Brouwers werd geboren in Batavia. Hij schreef de autobiografische roman Bezonken rood over zijn jaren in een Japans interneringskamp in Indonesië en raakte hiermee bekend bij het grote publiek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog belandde Brouwers, toen nog een peuter, met zijn grootmoeder, moeder en zus in een kamp in Batavia. Zijn jeugd in Indonesië kwam tevens terug in de romans Het verzonkene en De zondvloed. Hij kwam in 1948 naar Nederland. Mevrouw Brouwers repatrieerde in 1947 met haar kinderen per schip naar Nederland. In 1948 kwam ook Brouwers' vader naar Nederland. Tot 1950 woonde Brouwers thuis bij zijn ouders. Van zijn tiende tot zijn zestiende werd hij in diverse rooms-katholieke pensionaten in onder andere Limburg ondergebracht. De reden was dat hij een onhandelbaar kind zou zijn, dat na de vrijheid van Indië niet kon wennen aan het Hollandse keurslijf.
Eerste vrouw
Ook deze internaats- en kostschoolervaringen bij onder andere Jongenspensionaat 'St. Maria Ter Engelen' Bleijerheide van de broeders Franciscanen te Bleijerheide verwerkte hij in zijn werk, zoals in zijn roman Het hout (2014), waarvan in 2018 ook een toneelbewerking verscheen. In 1962 werd hij aangenomen bij De Geïllustreerde Pers in Amsterdam. Hij werd lid van de redactie van het blad Romance (later Avenue). In 1964 debuteerde hij met de verhalenbundel Het mes op de keel. Van 1964 tot 1976 werkte Brouwers in Brussel als redactiesecretaris en later als (hoofd)redacteur bij Uitgeverij Manteau. Van 1968 tot 1971 woonde hij met zijn eerste vrouw Nel Berns en twee zoons Daan Leonard (1965-2006) en Pepijn (1968) in Vossem. In 1970 heeft hij een verhouding met de tien jaar jongere Anne Walravens. De zelfmoord van Anne in 1973 is een sleutelmoment in het werk en leven van Brouwers. In Huize Krekelbos te Rijmenam (Bonheiden) schrijft hij zijn oermanuscript, waaruit hij later vele romans haalt. Dit oermanuscript is later uitgekomen als In het midden van de reis door mijn leven.
Brouwers noemde zijn boeken zijn biografie: ‘Zij zijn de voetstappen die ik nalaat op mijn weg. Al mijn boeken zijn autobiografisch en niettemin alle gelogen – ik schrijf dan ook niet historie, maar literatuur: de mijne. Ik ben de verhalen die ik vertel.’ In 1964 maakte hij zijn debuut met de verhalenbundel Het mes op de keel. Met Bezonken rood (1981), waarin hij de toestanden in een jappenkamp beschreef, verwierf hij bredere bekendheid. In 2018 werd aan hem door de Radboud Universiteit Nijmegen een eredoctoraat toegekend.
Er zijn in totaal maar liefst 83 titels gevonden van Jeroen Brouwers. Het wordt hoog tijd dat ik ze ga lezen!
(Door Dick van As/ Fotobron: NOS)
2 notes · View notes