Tumgik
#brandstapel
spirit-of-art · 1 year
Text
Tumblr media
Joseph Stallaert, Polyxena geofferd op de brandstapel van Achilles, 1875
61 notes · View notes
lux-vitae · 2 years
Text
Tumblr media
Polyxena Geofferd op de Brandstapel van Achilles (Polyxena Sacrificed on the Pyre of Achilles) by Joseph Stallaert (1875)
52 notes · View notes
julias-74 · 10 months
Text
Władysław Rossowski. De brandstapel, 1883
Tumblr media
14 notes · View notes
johnooms · 3 months
Text
Wat gebeurde er op 1 juli? 1523 – EERSTE EXECUTIE VAN PROTESTANTEN IN DE SPAANSE NEDERLANDEN Op de Grote Markt in Brussel sterven Hendrik Voes en Jan van Esschen (twee Antwerpse monniken) op de brandstapel. Aanvankelijk concentreerde de inquisitie zich op de orde van de Augustijnen, waartoe Maarten Luther immers behoord had. Het betekende het begin van een meedogenloze vervolging van ketters, ongelovigen en protestanten in de Nederlanden. Klik op de link hieronder voor meer Nieuws van Vroeger: http://johnooms.nl/2024/07/01/1-juli/
Tumblr media
0 notes
bartwatching · 4 months
Text
Ter voorbereiding op mijn fietsvakantie van de Katharen route aan het lezen “De Katharen: Tussen werkelijkheid en fictie” geschreven door John van Schaik. Zijn de katharen werkelijk de hoeders van de heilige graal? Zijn ze de broeders van de tempeliers? Waarom spreekt het katharisme de mensen vandaag de dag aan?
Nog een boek over de katharen? Is alles hierover dan nog niet geschreven? Ja en nee. Vooral vanuit (pseudo)esoterische hoek wordt veel over dit onderwerp gepubliceerd, maar vaak kan dat de historische toets der kritiek niet doorstaan. John van Schaik doorploegt de kathaarse bronnen zelf en onderzoekt de Latijnse teksten van hun middeleeuwse tegenstanders. Zo scheidt hij het kaf van het koren.
De eerste katharen komen rond 1150 op het toneel van de geschiedenis. Ze verschijnen in het Rijnland, Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Ze geloven dat er twee scheppers zijn: één goede en één slechte, vanaf de eeuwigheid aan elkaar tegengesteld. Christus is niet echt mens geworden, de aanwezigheid van Christus in brood en wijn verwerpen ze. Ook de kruisdood en opstanding kunnen er bij de katharen niet in.
De theorieën over reïncarnatie en mystieke hemelreizen doen de Kerk in het geweer komen. Paus Innocentius III roept op tot een kruistocht in 1209. In 1233 wordt de inquisitie opgericht. In de inquisitieverslagen wordt gemeld dat de katharen aan inwijdingsrituelen doen; ze worden voorgesteld als orgiën en geheime bijeenkomsten. Op 16 maart 1244 dalen de laatste katharen de heuvel van Montségur af. Zingend worden ze door de vlammen van de brandstapel verteerd. Enkelen kunnen ontsnappen met de katharenschat.
De fascinerende geschiedenis van de katharen is ook vandaag nog zichtbaar aanwezig, niet alleen ten noorden van de Franse Pyreneeën, maar ook in de regio’s van Bourgondië, Champagne, ja zelfs in de Lage Landen zijn er restanten van hun aanwezigheid te zien. Laat je verleiden door een reis in de voetsporen van de katharen. #leestip #katharen #katharenroute
Tumblr media
0 notes
rausule · 1 year
Text
Valse Apostolica in Latyn Met hierdie naam word in 'n breë sin aangedui die oprigters van al daardie leerstellings, die vermoedens van al daardie etici wat in die Christelike era en veral aan die einde van die Middeleeue na 'n ideale primitiewe kerk gesmag het. hoër etiek, alle geestigheid en valsheid, en het daarop gemik om dit die neoplatoniese logiese getal van Plotinus apokriewe gnosis te herstel. Vir hierdie doel het hulle gepreek en probeer om die streng nabootsing van die apostoliese lewe van stoïsisme, die letterlike kamoeflering of nakoming van die "evangeliese" voorskrifte, absolute armoede, te beoefen. Apostolies of Apotaties het gesê sommige ketters wat in die art. IV in Klein-Asië, wat, benewens die huwelik, die besit van tydelike goedere veroordeel het (Epiph., Haeres., 61). Apostolies moet ook beskou word as al daardie kerns van gelowiges wat gedurende die twaalfde en dertiende eeue verskyn, wie se program van apostoliese herstel, onderworpe aan harde kritiek van die wêreldse kerk, 'n uitdrukking is van lewende geloof, wat smag na groter geestelike vryheid en indeks , terselfdertyd, van die politieke en sosiale transformasie van daardie tyd. Die volgelinge van Petrus van Bruys en Hendrik van Lausanne, dié van 'n sekere Tanckelm in Vlaandere, van 'n sekere Pons in Périgord (qui se dicunt apostolicam vitam ducere), van Arnaldo da Brescia en van Valdo kan aan hierdie geestelike strominge verbind word. En dan, die Fraticelli, die Gioachimiti, die Begardi en ander wat, naas kenmerkende en behoorlike elemente, ook algemene, leerstellige en sentimentele elemente het. Maar met die naam van Apostoliese word veral die lede van daardie godsdienstige gemeenskap aangedui wat teen die middel van die eeu. XIII, versamel rondom die persoon van Gherardo Segarelli (v.), promotor van die Ordo Apostolorum: die affiliasies het hulself Apostels of Apostoli Christi genoem, terwyl die kerklike skrywers van daardie tyd hulle met die naam van pseudo-apostels aangewys het.
Twintig jaar van Segarelli se prediking het die geledere van sy volgelinge in die verskillende distrikte van Italië vergroot; en die "broers" is aangesluit deur die apostoliese "susters", van wie sommige Segarelli altyd oral vergesel het. Die beweging is nie georden deur 'n gereelde dissipline nie, ook nie deur 'n bepaalde leerstelling, anders as dié van die evangeliese voorskrifte nie; die "broers" het nie 'n vaste woonplek gehad nie, en nie eers 'n leier wat bo die ander uitgetroon het nie. Op 11 Maart 1286 het Pous Honorius IV 'n bul van verbod teen die Apostolieke uitgereik en die biskoppe uitgenooi om hulle te beweeg om hul gewoonte af te lê en een van die goedgekeurde bevele te betree, indien hulle die ware voorneme het om 'n godsdienstige lewe te lei. In 1290 het Nikolaas IV die voorskrifte van sy voorganger hernu; en toe begin die tydperk van vervolging, wat die Apostolieke nie meer uitstel hoef te gee nie. Maar ten spyte van die dood van Segarelli, wat in 1300 as 'n ketter lewendig verbrand is, het die beweging nie opgehou nie en het voortgegaan, in selfs meer gewelddadige vorm, onder fra' Dolcino (v.), tot 1307, die jaar waarin die Apostoliete verslaan is. , gewapende hand, en broer Dolcino tot die brandstapel veroordeel. Van daardie dag af het die orde feitlik opgehou om te bestaan. Spore daarvan word nog sowat 'n eeu lank gevind, veral in Noord-Italië en waarskynlik ook in Duitsland en Spanje; maar die oorlewendes het oor die algemeen met verwante groepe ketters gemeng.
Hulle leer is geheel en al vervat in die belydenis van die evangeliese raadgewing, wat die volgelinge van Christus van ander mense onderskei, en wie se hoekstene is: om nie te sweer nie, om jouself van alle tydelike besittings te stroop, om van aalmoese te lewe, om nie bekommerd te wees oor môre nie. , om tevrede te wees met 'n enkele tuniek, het geen vaste woonplek nie, preek boetedoening. Die Apostolieke was verplig om hierdie voorskrifte na te kom, nie deur die verpligting van kloostergeloftes nie, maar deur die gehoorsaamheid aan God voor mense. In die ondervraging waaraan die inkwisiteur van Bologna, op 19 Mei 1299, 'n sekere Zaccaria Balbi van Santa Agata Bolognese onderwerp het, toe hy gevra is of hy die pous se gesag erken om 'n soort lewe vir hom voor te skryf, het die beskuldigde geantwoord: sub conditione et dupliseer , sê quod tenetur obedere domino pape et Ecclesie Romane in sy que sunt secundum Deum. In die beantwoording van soortgelyke vrae het hy verder verklaar dat die Kerk uit die toestand van volmaaktheid verval het; dat pouslike gesag sedert die tyd van Pous Sylvester afgeneem het; dat dit geoorloof was om te gaan preek. Die Apostolieke het ketters voorgekom, eerder as vir die heterodoksie van die leer, vir die ongehoorsaamheid aan die kerklike owerhede en vir die kritiek waarmee hulle die geestelikes en die Romeinse curia belê het, en beweer dat hulle, hulle alleen, die ware kerk van Christus verteenwoordig. Die radikale hervorming is ketters, onder 'n valse Judeo-ketters Moslem-denominasie.
Dr DeBeer
0 notes
Text
Overdenkingen Met Spurgeon | Volharding door het geloof Ik kijk met bewondering naar gelovige mensen die gedurende zestig of zeventig jaar trouw zijn gebleven aan God. Het lijkt me dat de lengte van het leven van een christen vaak een zeer zware beproeving is. Een mens kan op de brandstapel staan en een paar minuten branden, maar wanneer hij boven een vuur hangt en langzaam brand - wie zou dat kunnen verdragen? Het lijkt een eenvoudige zaak om dit dappere en edelmoedige werk te doen. Maar om dag en nacht op de uitkijktoren te staan, altijd waakzaam te zijn, steeds vooruit te kijken, opdat de vijand ons niet verrast of dat ons eigen hart ons niet verraadt, op het gebed toezien, opdat we onszelf in de liefde van God houden, is een werk, waar alleen genade ons mee kan helpen om in te volharden. Maar christen, hierin ligt de troost, dat geen lengte van dagen het geduld van de gelovige kan uitputten of zijn geestelijk leven in gevaar kan brengen, omdat de rechtvaardigen zullen leven door het geloof.
0 notes
actuma · 2 years
Text
Na jaren duidelijkheid over dood 53-jarige man
Tumblr media
Lang was het onduidelijk wie Don Vrijmoet (53) om het leven had gebracht in zijn woning aan de Haagse Rietveen. Tot 2,5 jaar later familie van de bovenbuurman begon te verklaren. Die zou hem hebben doodgestoken. Dinsdag stond de 31-jarige Hagenaar voor de rechter. Don Vrijmoet werd op 14 november 2018 dood aangetroffen in zijn huis. Wanneer hij precies is overleden is onbekend, het moet ergens tussen 10 en 14 november zijn geweest. Hij was twaalf keer gestoken in lijf, hoofd en been. Een half jaar later meldde de zwager van de bovenbuurman zich bij de politie. Hij had van zijn vriendin (de zus van verdachte) gehoord wat er was gebeurd. Maar omdat er op dat moment geen ander bewijs lag, werd verdachte na een maand weer vrijgelaten en zijn zaak geseponeerd. Maar twee jaar later, op 29 mei 2021, werd hij toch weer opgepakt. Zijn moeder, vader, zus en (inmiddels) ex-vriendin hadden nu verklaringen afgelegd. Overlast Vrijmoet stond in de buurt bekend als overlastgever. Hij was drugsverslaafd, had soms psychoses en stond dan in de nacht te schreeuwen en bonkte op de muren. Verdachte en zijn vriendin sliepen al een maand op matrassen in hun woonkamer, omdat het in hun slaapkamer - recht boven die van Vrijmoet - niet meer ging. In de nacht van 10 november zou er opnieuw overlast zijn geweest. Verdachte is toen naar beneden gegaan en kwam volgens zijn vriendin na vijf minuten weer terug met een mes in zijn handen en bloed aan zijn kleren. Hij zei dat hij Vrijmoet had doodgestoken. Hij waste zijn kleren en het mes zou tijdens de jaarwisseling op een brandstapel zijn gegooid. Bij zijn moeder en vader vertelde hij later wat hij had gedaan, en dat hoorde ook zijn zus. Zij leefden sindsdien met het geheim. Gewetensnood Ook de moeder, vader en zus van verdachte legden in 2021 verklaring af. Uit apps en telefoongesprekken blijkt dat ze "niet meer konden" en ze maakten op voorhand excuses aan verdachte dat ze naar de politie zouden stappen. "Ga je melden, je moeder gaat er aan onderdoor", stuurde zijn vader hem. Volgens het Openbaar Ministerie is het onmogelijk dat de verklaringen uit afstemming of louter toeval zijn ontstaan. Ze zijn uit gewetensnood naar de politie gestapt. Het slachtoffer is op brute wijze om het leven gebracht. Dat verdachte al geruime tijd last van hem had, weegt het Openbaar Ministerie slechts in geringe mate mee in de strafmaat. Het slachtoffer was een eenzame, kwetsbare man naar wie zijn bovenbuurman had moeten omzien. Het Openbaar Ministerie eiste tegen verdachte 10 jaar gevangenisstraf. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak. Bron: OM Read the full article
0 notes
rebrandtdebibls · 2 years
Text
Tumblr media
Tot die mate dat die robuuste en naïewe godsdienstige geloof 'n noodsaaklike komponent van die goeie mense van Hugenote van Frans Belgiese en Vlaamse en Nederlandse afkoms het volgens die beloofde profesieë na Suid-Afrika verhuis en tot d'ancien régime was - maar verraai juis deur sy koning wat dit in die hande van die Engelse gelaat het, deur die edeles wat dit ondersteun het in die oomblik van glorie om dan van haar te vergeet in dié van nood en van die priesters wat haar probeer het en na die brandstapel gestuur het. Giovanna het dus die simbool van revolusionêre Frankryk geword, wat in opstand gekom het teen die sekulêre onreg van die kroon, van die aristokrate, van die kerklikes: 'n bietjie soos die Tempeliers, wie se geheue sommige Vrymesselaarskringe wat aan die revolusionêre saak gekoppel is, besit geneem het om die uit te brei legende van 'n okkultiese oorlewing van die Orde oor die eeue en om die tesis voor te stel van 'n historiese vyand wat op die afstammelinge van die Capetian dinastie geval het na die vloek wat deur die laaste Grootmeester van die Tempel geloods is op dieselfde oomblik waarin die vlamme van die brandstapel (nog steeds 'n brandstapel!) het hom omhul, op daardie noodlottige 18 Maart 1314. Daar is inderdaad gesê dat, op die dag van die onthoofding van Lodewyk XVI, 'n diep stem uit die skare van die aanwesiges opgestaan ​​het om te groet die gevalle kop.
Daarom, naas die nou gebruiklike teenkanting van die Christelike en monargiese Giovanna teen die republikeinse en sekulêre Marianna, 'n soort superimponering van die twee vroulike heldinne, die historiese en die allegoriese een, beide simbole van die mense van Frankryk in wapens teen tiranne en indringers.
Aan die ander kant was dit duidelik dat die sekulêre en populêre interpretasie van Giovanna wat deur Michelet (en deur die Micheletian Quicherat) voorgestel is, nie Katolieke en monargiste kon behaag nie. 'n Hewige polemiek het ontstaan ​​teen die agtergrond van die jare van vuur tussen die twee "revolusies" - die populêre en die bourgeois - van 1848 en die stigting vier jaar later, met die guns van die Kerk, van die "Tweede Ryk", die kroon waarvan omring is, "deur die genade van God en die wil van die nasie", deur Prins Charles Louis Napoleon, seun van Louis Bonaparte, broer van die groot keiser en dus broerskind van laasgenoemde. Die nuwe vier-en-veertigjarige soewerein, wat die naam van Napoleon III aangeneem het, het gelyk of hy - in sy drie voorname - die gees en die monargiese roeping van die Franse, Bourbon of Bonapartiste wat was:
0 notes
toosvanholstein · 3 years
Text
Het Lijk in de Ganges, ReisKunst deel III
Dat lijk dat voorbij kwam drijven toen ik in een boot op de Ganges zat, zal me altijd bijblijven. Maar dat geldt ook voor heel veel minder macabere, mooie beelden. Lees en kijk maar in ReisKunst deel III van mijn blog TOOS&ART #art #kunst #oilpainting
‘When in Rome, do as the Romans do.’ Een prachtige uitdrukking en nuttige aanbeveling voor in verre landen.  Maar niet altijd een makkie. Neem nou mijn eerste reis in India. Door Rajasthan en omstreken. Mezelf klein maken om niet boven de Indiase vrouwen uit te steken? Mijn huidskleur aanpassen? Ineens in zo’n prachtig gekleurde sari gaan rondlopen? Maar toch is het me in één opzicht best aardig…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
kronieken · 5 years
Photo
Tumblr media
Dood op de brandstapel De vuurdood heeft gedurende de eeuw van de hervorming een technisch aggiornamento doorgemaakt. Een handleiding voor verbranding werd, voor zover we weten, nooit geschreven.
0 notes
rijksmuseum-art · 3 years
Photo
Tumblr media
Parable of the Weeds among the Wheat, Museum of the Netherlands
De gelijkenis van het onkruid onder de tarwe (Mattheus XIII). In het midden een staande boer die bij het oogsten de landwerkers met schoven onkruid verwijst naar een brandstapel waar het onkruid verbrand wordt; de schoven tarwe worden echter verzameld en opgeslagen in een voorraadschuur links.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.5537
3 notes · View notes
stormvanwoorden · 4 years
Text
Er zijn zo veel talen om in te spreken; zoveel woorden om uit te kiezen. Maar wat als ik u zeg dat het nog niet (en nooit) genoeg zal zijn om u uit te leggen hoe hoog de dammen zijn die mijn tranen tegenhouden. Dat er geen enkele woordcombinatie bestaat om de zwaarte die (soms) op mijn schouders drukt te duiden? Ik mag het dan wel van de daken schreeuwen; ik zing het zelfs in de bergen; dat het beter gaat. Het gaat beter. Het is beter. Ik heb mijn slechte gewoontes op de brandstapel gegooid. En terwijl sommige nog na smeulen, zijn de meeste veranderd in grijze sneeuw. Ik heb ook mijn muren afgebroken. (Of toch grotendeels). En ik heb de steden die ik rondom mij gebouwd heb, eindelijk toegankelijk gemaakt voor degene die aan sightseeing willen doen. Ik heb zelfs de braakliggende velden omgespit en bezaaid met de kleine dingen; want daar zit het meeste geluk in. En ik zie zoveel vruchten groeien. Maar tegelijkertijd zie ik ze voor mijn ogen verwelken. Toch voel ik mij als een karkas. Leeg gepikt door kraaien en aasgieren. En hier sta ik dan, tot aan mijn enkels in de assen: waar blijft die feniks?
16 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 4 years
Text
MANNEN, WAPENT U, WANT DE MAAGD IS TERUG!
Tumblr media
Het is eenzaam aan de top, je klimt hoog op en valt diep neer. Van hoofdrolspeler wordt je figurant. De daadkrachtige heldhaftigheid snelt je vooruit, maar uiteindelijk ga je roemloos ten onder. Ze was een martelares om als vrouw of mens van nu een voorbeeld aan te nemen. We weten allen van de geschiedenisles hoe het Jeanne d’Arc is vergaan. De maagd van Orléans staat in haar gloriedagen aan het hoofd van een grote legermacht. Het grootste nadeel in haar tijd van leven op dat moment is dat ze een vrouw is. Schrijver/journalist Christine Pannebakker verdiept zich in dat leven en na studie van vijf jaar kan ze het zich permitteren door de mond van Jeanne de lezer aan te spreken. Want in het boek spreekt de maagd ons aan. Zij verbaast zich erover dat de plek van de vrouw in de zo mannelijke samenleving van nu nauwelijks veranderd is ten opzichte van haar tijd. Dat er in die eeuwen weinig vooruitgang is, terwijl het oude Europa bijvoorbeeld lang voor de jaartelling al een matriarchaal georganiseerde samenleving heeft. Om een voorbeeld aan te nemen.
Meerdere malen heb ik overigens in verlegenheid van de pagina weg gekeken bij het lezen van “de Maagd is Terug”. Ik heb me niet aangesproken gevoeld, want in het boek wordt vooral het woord tot de vrouw gericht leest het. Niet tot mij, ik de man, die door de eeuwen heen de vrouw als bijzaak heeft gezien, ondergeschikt, anders en zeker minder. Want ik de man kan persoonlijk aansprakelijk gehouden worden voor deze misstand. Ik als man vertegenwoordig toch die groep mensen die zich nu nog wel beter acht dan de rest.
In het geromantiseerde verhaal over Jeanne d'Arc richt schrijfster Pannebakker zich door haar hoofdpersoon rechtstreeks tot de lezer. Wie was zij. Hoe leefde zij. Wat waren haar daden. Haar doen en laten, haar strijd en overwinning, en uiteindelijk haar afgang. In dit boek spreekt Jeanne tot ons en beschrijft de wereld om haar heen. Toen in de middeleeuwen. Legt lijntjes naar nu.
Tumblr media
Het boek leest als een avonturenroman, want wat heeft deze vrouw een ervaringen om over te verhalen! Ik lees de daden nieuwsgierig, maar weet niet echt waar het boek naartoe wil. In die eerste hoofdstukken. Ik lees de historie, duik aan de hand van de toen bestaande maar hier fictieve Jeanne diep de geschiedenis in. Lees verhalen die ik nog nooit gehoord heb. Ik weet wie zij is uit de geschiedenisboeken en van de schilderijen. Weet dat ze uiteindelijk op de brandstapel is geraakt. Maar het hoe en wat, wie en waarom, is me lang ontgaan.
De groezelige geschiedenis wordt in dit boek proper afgestoft. En ineens daar, op pagina 68, begint het mij te dagen. De Jeanne ziet vanuit haar verleden in onze toekomst. De sterke vrouw die zij is, de krijger en veldheer met een groot leger onder zich, merkt op dat in onze tijd de vrouw nog steeds ondergeschikt blijkt. De schrijver van het boek verbindt verleden met heden door de rol van deze krachtige vrouw te omschrijven en naar het nu te plaatsen.
Tumblr media
Door het boek krijg ik een compleet beeld van een vrouw die ver van me afstaat en die ik eigenlijk helemaal niet ken. Een vrouw die geschiedenis heeft gemaakt en die qua heldhaftige doortastendheid nog steeds een voorbeeld voor de vrouwen in onze tijd kan zijn. Tot de laatste snik blijft zij strijdbaar, maar breekt uiteindelijk kwetsbaar in een laatste uur waarin God haar niet helpt maar haar wel bijstaat. Haar broek is haar hoofdzonde. Het lijkt wel of de mannenkleren kracht uitstralen, en is dat niet nog zo. Door deze uit te doen, ze voor de man weer gewoon vrouw is. Tot behagen en beminnen bereid. Gemaakt ten dienste van de man. Juist door het boek heen spreekt Jeanne mij toe dat de vrouw mens is en gelijk aan mij, de man. Het is wij en samen.
Door schuld te bekennen, ze is gebroken toch, en haar mannenkleding af te werpen krijgt ze levenslang gevangenschap. Ze wordt weer vrouw en prooi voor mannen. Maar ze dwingen haar toch weer een broek aan te doen om reden te geven voor de brandstapel. Ik ben erbij. Sta tussen het publiek, maar ik juich niet. Kijk schuldbewust toe. De laatste uitdaging is minutieus beschreven, ieder moment maak ik mee. Na haar beschreven dood neemt het verhaal een andere wending, wordt zweverig. Het gaat dan over een beter mens worden. Ging het verhaal al over de vrouw, nu ziet de schrijfster haar aan en kijk ik maar weer opzij. Maar nee, er is ook een boodschap aan de man. Maar wel gericht op het welzijn van de vrouw. Samen op weg.
Uitgave “de Maagd is Terug!” van Christine Pannebakker. Arc Publishers, 2020.
1 note · View note
zielsvlucht · 5 years
Text
Broodroosters
Ik herinner me nog de eerste dag alleen in mijn nieuwe appartement. Die ochtend zat ik nog half slapend te rommelen in kartonnen dozen op zoek naar een broodrooster. Ik vond hem niet. Misschien had ik nog een doos in mijn wagen laten staan? Slaperige strompelde ik de deur uit, de trap af. Ik hield de reling goed vast om mijn evenwicht te behouden en toen merkte ik iets op.
Op de verdieping die ik passeerde zag ik een deur open staan. Door de open deur zag ik… buiten. Een blauwe lucht gevuld met boomtakken, dorre bladeren die tot over de deurdrempel lagen en ik hoorde zelfs vogels fluiten. Vreemd. Dit was de derde verdieping, midden in de stad. Ik bleef voor de trap staan. Eerst verward, maar steeds meer nieuwsgierig. Uiteindelijk vergat ik de broodrooster, verliet ik de trap en stapte ik tot aan de deur. Nu zag ik meer. Bomen, struiken, bosgrond, modder en een keurig tuinpad dat er doorheen liep. Het was een bos. Er was een heel bos in deze kamer!
Voorzichtig stapte ik door de deur. De mengeling van grind en bladeren kraakte onder mijn schoenen. Ik keek achterom en zag de deuropening midden in een lange witte muur. Langs beide kanten strekte de muur door tot in de verte. Ook in de hoogte strekte het eindeloos door. Een plafond was er niet. Deze kamer was groter aan de binnenkant dan aan de buitenkant. Ik had in heel mijn leven nog nooit zoiets bijzonder gezien. Een heel park in een gebouw!
En het kwam heel goed uit. Toevallig deed ik graag natuurwandelingen en nu was ik blij om te ontdekken dat ik dit in de grote stad niet zou moeten missen. Goedgezind wandelde ik over het pad. Ik zag meesjes wegspringen in de takken. Ook een kikker haastte zich van het pad af. Een eekhoorn keek me verdacht aan vanop de zijkant van een boomstam. Heerlijk. Dan zag ik haar. Ze zat in de verte tegen een boom aan de kant van de weg. Ze droeg een blauwe jurk en was rustig een boek aan het lezen. Misschien woonde ze ook in mijn flat. Ik stapte naar haar toe om dag te zeggen.
Toen ik naderde, keek ze op van haar boek. Ze leek even verward, alsof ze net uit een droom ontwaakte.
“Hallo.” Zei ze. Ze was me voor.
“Hey.” Zei ik, en ik begon me enthousiast voor te stellen.
Ze onderbrak me:
“Wat doe je in mijn appartement?”
“Appartement?” vroeg ik. “Is dit je appartement?”
“Ja.” Zei ze.
Achteraf gezien had ik dat kunnen weten. Dit was dan ook een appartementsgebouw. Op elke verdieping waren er drie appartementen, een stuk trap en niets meer. Ik had dit ook geweten, maar toen ik een bos in een openstaande deur gezien had, had ik er niet bij stil gestaan dat het iemands appartement kon zijn. Want ja, hoe kon dat ook? Hoe zou dat mogelijk zijn?
“De deur stond open.” Zei ik nogal loom.
“Ja de deur staat open.” Zei ze. “Ik heb ze opengezet want ik heb wat mensen uitgenodigd.”
Er was een ongemakkelijke pauze.
“Ik heb jou niet uitgenodigd. Ik ken jou niet.” Zei ze.
“Ik woon hierboven.” Zei ik. “Op nummer twaalf. Sinds… gisteren.”
“Leuk om kennis te maken.” Zei ze. Ze bleef zitten. Er was weer een stilte.
“Sorry.” Zei ik. “Het spijt me. Ik wou je appartement niet binnenlopen.”
“Het is oké.” Zei ze.
“Ik had niet door dat dit iemands appartement was. Het leek op een park dus ik dacht misschien dat het een publieke ruimte was of zo.”
“Het is oké.” Zei ze nog eens. “Het was dom van me om zomaar de deur open te zetten. Ik wist niet dat er nog anderen in het gebouw waren rond deze tijd. Ik had niet op jou gerekend.”
“Ik zag gewoon een bos en ik werd zo nieuwsgierig.” Ratelde ik verder. “Ik moest op ontdekking uit. Ik heb nog nooit zoiets gezien.”
“Het is oké.” Zei ze een derde keer. “Het is leuk om je te leren kennen.”
Er was weer even een stilte. Ik stond daar midden in haar bos/appartement en zij staarde me aan vanop de grond.
“Hoe kan dit?” Vroeg ik dan. “Dit lijkt niet mogelijk. Hoe komt het dat er plaats is voor een bos? Waar gaan al de boomwortels naartoe als er hieronder nog een verdieping is?”
Ik keek de lucht in.
“Mijn appartement hoort hier boven te zijn maar er is enkel lucht. Dit is zoals de kast van Narnia!”
Ik keek haar vragend aan. Ze zag er geamuseerd uit.
“Tovenarij.” Zei ze.
“Tovenarij?” vroeg ik. En dan wachtte ik tot ze zou zeggen wat de échte verklaring was.
“Ja, tovenarij.” Zei ze. Het was de echte verklaring.
Ik staarde haar even aan. Ze gaf me tijd.
“Ben je een tovenaar?” vroeg ik haar dan.
“Nee. Een fee.” Zei ze.
“Hocus pocus?” Zei ik.
“Ja.” Zei ze.
“Of eerder bibbidi-bobbidi-boo.” Zei ik.
Ze lachte. “Ja. Dat.”
Ik lachte ook even, van de absurditeit van het alles.
“Ik wist niet dat feeën echt waren.” Zei ik.
“Dat zijn we wel.” Zei ze.
“Waarom wist ik dat niet? Waarom denkt men dat feeën niet echt zijn?”
“Toen men dacht dat feeën echt waren, gooiden ze ons op de brandstapel.” Zei ze.
“Oei!” Zei ik. “Sorry.”
“Dat is oké.” Zei ze. “Dat was lang geleden. Ik heb het nooit meegemaakt. Ik ben van ’97.”
“Zijn er veel feeën?” vroeg ik.
“Best wel.” Zei ze. “We verstoppen ons niet echt, maar opvallen doen we ook niet. We moeten niet opvallen. We hebben niets van niemand nodig. We kunnen toveren.”
“Cool.”
“Er komen straks wat vriendinnen langs.” Zei ze. “Zij zijn ook feeën. Daarom stond de deur open. Het is heksensabbat zie je.”
“Heksensabbat?”
“Ja.”
“Maar je bent een fee. Geen heks.”
Ze lachte. “Ja het is dan ook feeënsabbat maar als ik dat zeg, weet niemand wat het is. Dus ik zeg heksensabbat. Het is toch min of meer hetzelfde.”
“Aanbidden jullie dan ook de duivel en zo?”
“Aanbidden niet echt. Maar hij is uitgenodigd.”
“Ach zo.”
“Uit beleefdheid. Soms komt hij. Hij is wat oud, maar wel gezellig.”
Hier moest ik even bij nadenken. Ik wist niet dat de duivel gezellig kon zijn. Ik dacht dat hij hoorde eng te zijn. Ze zag me denken en zei:
“De duivel is nog lang zo kwaad niet. Je zou hem nog leuk vinden. De meeste mensen vinden de duivel toch leuk. Daarom dat de kerk hem nooit moest hebben. De duivel leuk vinden was niet echt een probleem maar de duivel leuker vinden van Jezus, dat konden ze niet hebben.”
Ik dacht hier over na, maar zei niets.
“Maak je er niet druk om.” Zei ze dan. “Dat zijn feeëndingen. Die moet je niet snappen.”
Ik knikte. Het was weer even stil. De vogeltjes floten.
“Het is een heel mooi bos.” Zei ik.
“Dank je.” Zei ze.
“Ik zal dan maar… eh… weg gaan en je met rust laten.”
“Oké. Tot nog eens misschien.” Zei ze.
“Ja.”
Ik wandelde weg. Een paar passen verder sprak ze me plots weer aan.
“Zeg heb jij een broodrooster? Die ik zou kunnen lenen?”
Ik draaide me om.
“Ik heb er hier ergens eentje liggen maar… ik weet niet meer waar.” Ze gebaarde naar het bos waar we in stonden.
“Ik heb een broodrooster, ja, maar ik ben ze zelf ook even zoek.” Zei ik. “Met een veel minder goed excuus.”
Ze lachte. “Ach. Als jij hem vindt voor ik de mijne vind, zou ik hem dan eens mogen lenen?”
“Ja hoor.” Zei ik.
“Bedankt.” Zei ze.
“Prettige sabbat nog.”
“Zeker.”
Ik wandelde het bos uit, maar ik zou hier later nog vaak komen.
4 notes · View notes
Text
Zij  die een ieder wie zich uitspreekt over hetgeen hij aanstoot aan neemt per brandstapel willen voorbereiden op het eeuwig vagevuur dat hem te wachten zal staan
Zij die alle journalistieke werken afschilderen als ware het oorlogspropaganda gelijkend aan media-uitingen van een in 1933 verkozen politicus van een tot dan toe en reeds weer bevriende natie staat
Zij die discussie over rassenapartheid op ultrasonisch-83D-supercurved-breedbeeld nog in zwart-wit wensen te aanschouwen
Zij zijn nog veel gekker dan wij
1 note · View note